
V ie lA NARBONENSIS L. 1631.
VI Cl A NAR BONENS I S L
Fransche Wikke.
Hoogduitsch: Französische Wicke.
Engelsch: French Vetch. French Tare.
Bloeit: Mei—Juni. ©.
Stelsel van Linnaeus: Cl. XVII. Ord. IV. Diadelphia Decandria.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. O. Papilionaceae.
Geslachtskenmerken : Zie Dl. II. N°. 117.
Soortelijke kenmerken: Racemis axillaribus 2—4floris brevissirais, foliis superioribus bi-tri-
jugis, foliolis ovalibus obtusis dentatis integerrimisque, vexillo glabro, dentibus calycis ovato-
lanceolatis inaequalibus, superioribus demidio brevioribus, leguminibus compressis margine
muricato-ciliatis glabris vel pilosis, pilis basi bulbosis.
Twee-vierbloemige, zeer korte okselstandige bloemtrossen; bovenste bladen 2—3-jukkig,
blaadjes ovaal, stomp, getand of gaaf; vlag onbehaard; kelktanden langwerpig, lancetvormig,
ongelijk, de bovenste de helft korter; peulen samengedrukt met stekelharigen rand, glad of
behaard; haren met aangezwollen voet.
Verklaring- der afbeeldingen: a. Bloem van onder gezien; b. vlag; c. vleugel; d. kiel; e.
kelk met meeldraden; ƒ. gedeelte der geopende peul.
Groeiplaats: De plant stamt uit Zuid Europa, doch wordt vaak aangeplant en komt nu en
dan ook verwilderd of ingesleept voor.
Nederland: Zij werd in ons land het eerst gevonden door den Heer Th. H. A. J. Abelevkn,
in de voormalige vestingwerken bij de Hezelpoort te Nijmegen; later werd zij ook op het Pothoofd
waargenomen. De afgebeelde plant werd gevonden bij Amsterdam en ons door den Heer
J. R. Katz ter afbeelding-toegezonden.
V.