S n .
Anderen hebben gelijk le.Clerc, in de aftekeningen der Hartstog-
ten van le Brun Tab. I. fig. 3. een gelijkzijdigen Driehoek D E C
gebruikt, wanneer de eene zijde aanlegt tegens den aangezigts lijn,
zoo. geeft E het gehoorgat en men bepaalt het oor zeer net, zoo
dat IE o f eigentlijk IH gelijk is aan 2 neuzen,
Maar in de figuur van k Clerc is die triangel flegts daar heen gefield,
waardoor noch de aangezigtslijn bepaald wordt, noch het gehoorgat,
op zijne juiste plaats.
• Deeze enkele driehoek geeft derhalven flegts \de ïe&ft tan het
aangezigt en het oor, en om die reden oordeele ik dit-behulp van
zeer weinig waarde, ook valt het Zeer móeijelijk in alle gevallen
zulk een driehoek te trekken o f zich te gewennen dien üit de hand
te ' trekken.
, J . C. Vijcher in zijn Boek genaamd Fundamentales regulce artïs
pittori* & fculptura: Fol. 1. geeft den geheelen driehoek gelijk M '
pns A B C . - ! - - .
Parizet heeft in zijn Fransch werk, genaamd nouveau livrè de
..principes du desfin den driehoek even als le Clerc gebruikt, en,met
geen meerder nut. De onzekerheid der algemeene grondregelen
hebben mij doen denken op eene andere manier die meerder zekerheid
beloofde, en al vroeg heb ik een flaauw doorzigt gehad om
die uittevinden.
D E R -
d e r d e h o o f d s t u k .
Over eene niéuwe manier van. hoofden-' te tekenenj. - >
| I* u geduurige befehouwmg van Bekltenéeten èn aangezigten var»
doóde lighaamen, voornaamelijk wanneer ik die, tot Ontleedkundig
oogmerken, overlangs doörgezaagd h a d d e g e v o e g d bij de kennis
van: den • aanwas der kaaken en neus' in het kinderhoofd, als het nog;
flegts weinige weeken ontvangen is-, leerden mij, dat men den gè-
niakkelijkften weg moest inflaan, eri de Natuur moest volgen,' naaine-
fijt eerst het harsfenvat te tekenen, dan de voöriijn bepaalen, en naar
de gegeevene evenreedigheden de rest verdeden.
Het bekkeneel is eëh ovaal, agter hoogst’ en voor, uit een kleiner
bol beftaande, zoo trek ik eerst het ovaal, uit twee Cirkejs;S L V E W ,
welke 3 deelen van het hoofd bevat, en K V Z groot 5 van dier»
Cirkel. Trek uit S de horizontaal© lijn S T = f 'van Men middellijn
des grooten Cfrkels en uit T den kleinén. Uit het Center s laat ik
een loodlijn vallen S Q , deeze bepaalt het gehöorgSt en ddöórièl E .
2. Trek k eik P G zoo fthuins als vereischt worde, en deel&Miefin
4 gelijke deelen, zoo is k het voorhoofd, F- de. ooglijn,-1 van de;
n e u s ,H een derde van 1B o f I G , de mond. •
Eindelijk volmaake ik het ovaal Z V E , waardoor de ondkrfte
ooghols rand vrij Wel aangewèezen.wordt.
4. Neeme ik G N = 1 neus o f mindér als de wezenslijn fterfc
voorover valt, en dus bepaale ik den voorhals,
O D eeze