I ' K i H 11 BI H j^fl
v i V O O R R E D E
zakelijke fchikkingen wierden ras nieuwe hinderpaa-
len , welke de uitgaaf, tot heden, hebben opgefchort.
Het is onnoodig, over den inhoud en het oogmerk
deezer Verhandeling uitteweiden, om dat zulks in de
Voorrede van den Schrijver breedvoerig is gedaan.
Ik vleije mij geenzints dit werk zoodaanig uit te gee-
ven, als o f het door den Schrijver was volbragt. Daar
ontbreeken zommige aantekeningen en een Hoofddeel
over de waare kentekenen o f het Charaéter der Antyken
in Beelden, Penningen en gefiieedene Steenen. De
ÏXd* oflaatfte Plaat, was hier gedeeltelijk toe beftemd,
welks befchrijving aan het einde des Derden Deels gér
voegd moest worden. Ik hebbe mij alleen bepaald tot
de uitlegging der figuuren, die aan het eindé '"des ge-
melden Deels gevonden wordt.
Tot het vierde Hoofdituk des Eerften Deels., was
alles reeds overgdchreeven, het anderó is door mij
naar het eerlte handfchrift vervolgd geworden: De
eerfte Plaat alleen, was door den Schrijver geletterd,
naar de eigenhandige tekening, de overige hebbe ik zeer
nauwkeurig naagezien, en ’er de letters bijgedaan. Ik
biddedus eenige toegeevendheid in mijne Leezereh, voor
de faalen, welke Hun, in dit werk zouden mogen voorkoovan
toEN U I T G E E V E R . v u
koomen, en voomaamenlijk aan gebrek van kunde, in
den Uitgeever, moeten worden toegefchreeven.
De beroemde Ovidius heeft zich niet ontzien, het
toegeevend oordeel van de Romeinen aftefmeeken,
wanneer Hij, als balling, zijne gedichten naarde Hoofd-
ilad der Waereld zondtal leen om dat dezelve door
Hem, bij de uitgaaf niet kónden worden naagezien.
Met meerder billijkheid, mag ik dan fteunen op de goedheid
mijner Landgenooten in een v.eel dringender geval!
Ik neeme de vrijheid de woorden van den Dichter
op mij bijnaa volmaakt toepasfelijk, aan mijne Lee^
zeren voor te dragen:.,
Orba parente fm , quicunque volumina tangis,
His fdltem vestra detur in urbe locus.
Quoque magisfaveas 9 non funt hap edita ab ipjb9
Sed quafi de domini fijnere, rapta JhL
Quidquid in his igitur vitii tüde earmen habe$i$9
Emendaturus, fi licuisfet, er at.
Trift. Eleg, i. L . i.
Het zal mij bijzonder aangenaam zijn , door de uitgaaf
der naagelatene werken van mijnen Welverdienden
Va*