waarmede wij genoegzaam meenen betoogd te hebben, dat alle die redenen
verdicht, onwaar en tefièns ongerijmd zijn.
§. V.
W il men hier van te meer overtuigd zijn, zoo laat het aangezigt van
een Neger in profil gegeeven zijn, gelijk in Tab. VI. fig. 1. Trek
de parallelen A C en B D en de verticaale C K , haal uit E , D eene
linie F E , een hoek F E D f*haakende van 85 graden. Schets ’er
in den mond a , E , zoo ziet'men allerklaarst, dat niet de neus ongedrukt
is bij den Nege r, maar dat alleen de kaak te veel uitgezet is.
Op dezelfde wijze kan men een Europeaan in een Neger transformeer
ren, en zoo vervolgens; waaruit ligt is afteneemen, dat wij even min
de neuzen onzer kinderen uitrekken, als zij de hunnen indrukken,
gelijk blijkt uit deeze figuur.
T W E E -
T W E E D E D E E L.
E E R S T E H O O F D S T U K .
Over de gedaanten van Kinderhoofden, gespen van
ter zijde.
$ . 1 .
I n het derde Hoofdfiuk van het eèrfle Deel, is de manier ver*
klaard, op welke de Profilen van de eerfte Plaat gemaakt zijn, korte-*
"lijk derhalven behoef ik ’er flegts bijtevoegen, dat Ook de vierde Plaat*
met hetzelfde raam en met evenveel nauwkeurigheid, is getekend.
Het groote verfchil tusfchen de hoofden van een Nieuwgebooreit
kind, en een kind van een Jaar, heeft mij de afbeelding van de eerfta
en tweede figuur doen verkiezen. De derde is het bekkeneel van een
zeer welgemaakt voljaarig Man, w^Jke reeds té voren tötde 1 figuur
van de II Plaat gediend hééft. De vierde is van eene Oude geheel
tandölóoze Vrouwe, om des té duidelijker het waare verfchil aan te
duiden.
§. I I.
In het eerstgebooren Kinderhoofd fig. 1. Tab. IV. kan men het
harsfehvat O G V P Z als een dwars ovaal aahmerken, aan welks vpor-
H H E fte