V I E R D E D E E L
Over de eerfie beginzelen om een Hoofd wel
te fcbetzen.
e e r s t e h o o f d s t u k .
m Over bet Ovaal, o f Eirond.
% i
. A l l l e Schrijvers» dïc over de beginzelen van Tekenen gefchree-
yen hebben, zoo welFranfchen als Nederlanders, flfellen bet Ovaal
voor als het beste middel om eene vaste hand te verkrijgen en eepe
gefchikte figuur om ’er het Hoofd in te tékenen, in allerlei geftaken,
en van allerlei Jaaren.
Niemand fchijnt hiervan afgegaan te zijn, niettegenftaande alle
Meefters hebben moeten ondervinden, dat die figuur dikwerf te kort
fchoot, en niet dan enkele reizen te pasfe kwam.
Het is onderwijlen zeker, dat het ovaal alleenlijk met eenige zekerheid
kan gebruikt worden in een wezenvlak van voren te zien, gelijk
blijkt, Tab. VII. fig. i.
Men zal de hoogte A B verdeeten in 4 gelijke deelen A H , H l ,
I F , F B , hiervan zal men % o f A F = K L neemen voor de grootfte
■ % dÊm breedbreedtè,
en een cirkel trekken A K F L . Dë ooren zullen koomea
tusfehen de e v enw ijd ig lijnen K L en M N .
2. Deel K L in 4||gelijke dëelens en neem daarvan ? voor de*
breedte der flaapen O P , entrél#uit F meteen draal van F I o f i
A B in de middellijn A B in F den cirkel B V IM , en vul het ovaal
dóór K M en L N . Hierdoor krijgt men het punt I en K L dë middellijn
der oogen (a j.-1 J J |
3. Verdeel vervolgens A B in 4 déelenioo*is dë neus bepaald--, en;
F B in "3 déelen, zoo is het- bovénde Q R voor de bovenlip. Dit
beantwoordt aan dë ^'opóïtien ,'g ^ ë e v ë n : §. V . VHoèfdft. III.Deek
Dit ovaal is zeer goed en in alle deeze gevallen zeer nuttig,
S- l ï -
• Maar wanneer, gelijk in de beginzelen deïr Tekenkunst, Di&. Erf-
cyclop.. eh in yerfcheidene andere Boeken, eehe tronie op zijde moet
getekend wordën, gelijk in fig. PI. VU. dan fchijnt mij-dèeZe wijze
zeer verre a f van nuttig te zijn.
- Stel IR voor de diepte o f langte van het -hoofd en A B o f U V
de hoogte, trek verders uw ovaal als in de eerde figuur. Dit ovaal
bepaalt niéts, noch waar het; oor moet zijn,- fiöoh waar de aangezigts-
bjn X Y zijh!lmoet, ■ nöch het • oóghol - P ; alle- deézè deelén moeteft
derhalven willekeurig o f naar de gis genoomen worden. -
Ook
'6»> Öp deeze .manier heeft'öë&C. van de Pas het ovaaT getrokken pag. 21. A.
De Manier welke 'Atb. Dar er-, in’Zijn éerfte Boek-, d&x,Geometrie, in .het Latyn te-.
Parys A. 1533 uitgegeeven, pag 20 en ai. opgeeft, is zeer omftandig ^ mind^.
goed dan deeze. N 3