BH Ik voor het eerst gelegenheid gehad,- de uitmuntende' Gedanken uber
die Nacbabmung der Grieki/cben werke in der Malerey und Bild-
hauerkunst, van Mnckelman, in den Jaare 1769. te leezen, en
eenigen tijd daarnaa zijn Trattato prèlimware dell arte dell difegm
degli antiehi popelt ; in zijne Monumenti anticbi inediti. Ik heb vervolgens
met ongemeene vrucht alle zijne werken doorgebladerd; Hij
heeft door zijn zbo genaamd inbeeldigfeboon anderen verleid; \ gene die
kundige Man inbeéldig noemt, is indedaad gegrond op de regeis der ge-
zigtkunde, gelijk wij in het vervolg zullen toonen, wanneer wij opzettelijk
handelen over het gedaantefchoon. De fraaije Verhandeling
van Tenkate fur le beau idealy is wel prijswaardig, maar zij leen
ons het fchoon niet m zijnen waaren aart, nog fleHig, hij volgt Zo-
mazzo, verwart zrg met hem in régels der harmonie in de Mufijk,
dre opde Schilderkonst met toepasfelijk zijn, om dat het fchoone .ih
dezelve geheel en al niet afhangt van zekere bepaalde evenredigheid^
maar van andere omftandigheden.
D e uitmuntende Brief van den diepzinnigen Hemfierhuys,. mijnen
langbeproefden en oprechten Vriend, leert ons dé werking van het
fchoone op onze ziel, maar niet de regels, om het in de gedaante
der dingen te brengen, o f uittevoeren.
De werken van Natter, van Marktte, het kabinet van deh Hertog?
vanOrleans, heb ik mij vervolgens verfchaft, en in alle gevonden een
eigen manier, zelfs gebrek aan dien Paft, welken men nogthans;door
het zien van hunne werken verkrijgen moest. Wtnekelman'vmt ze lf
in dé uitvoering; zoo moeijelifk is het om het verhevene van de werken
der Oude Konftenaars natebootzen, wanneer men den aart en de
natuurlijke reden daarvan niet heeft uitgevorschti
M
■ i t t i i H i i :m É É S m Ê m ^ m
mm,
Aïbert Durer;. een zeer groot Man, en nog grooter, wanneer men
zijnen leeftijd? in aanmerking neemt, heeft den grond gelegd tot den
.kwaaden fmaak, die naderhand'geheel Europa, Italie niet uitgezonderd,
bedorven heeft, en bij aanhoudendheid nog bederftp'gelijk uit
Lomazzo blijkt, die hem in alles heeft, nagevolgd, de Muficaale harmonie
uitgenoomen, dfe ’er. dpor hem^bijgevoegd is. Hij heeft be-
halven A .D u rer ook buiten twijffel Pómpmius Gauricus defculp.-
tura geleezen, en Delce* Blind geworden'op zijn 30 Jaarln, moest
hij met de pen zig een beflaan verfchaffen, e» van daar zijn zijne
onderfcheidene werken, meestal over dezelfde zaaken kopende,’
voordgevloeicL Zie daar hoe duidelijk hij bepaalt, Trat-
.tato.della pittura, 1584. pag. i96. 11 belh^ p e r n fi dire-, ma e
c^e Per l(£-fola fua beïlezzal Met f&bootie jjSte _om zap, te\
Jjpreeken, niet f c ^ n , danx dam zijjie fchombeid zelve l — Welk
eene ongerijmdheid £
: Om' terug te koomen, moet ik aanmerken, dat mij in ,mijne> Jeugd
reeds.dp uitmuntende Prenten van Raphaël, van Pousfitr, Van Titiaan
eil van Pietro Testa, beter yoldeeden dan. de fraaifte Bukken van Ruk-
bens, of van Dyck, in welke beide de grondverdeelingen van' Alfa
Durer, en de ovaals, gebreken allerduidelijkst doorftfaalen, bijzonder
in het anderzints verrukkelijk Schilderij van de H. Maagd met het Kind,
in de Beroemde Gallerije van Dusfeldorp, N a 61. van de Plaat, o f
j>. 66. in 8,vo. r . .
Door dikwijls de fraaifte Koppen der Antijken in klei naas te boot-
zeten, leerde ik al vroeg zien, dat Aïè. Durer met twee oogen tef-
fens de voonvérpen betrachtende , dezelve allen t é breed gemaakt had-
d e ; als ïnededat een Schilder, zou hij flaagen, niet flegts veel tekenen,
A 3 maar