In de kinderen neemt de Wit die f van een neus. Quesnoi heeft
dien langer genoomen, omtrent i neus, ook vergist zich de Wit hier
in , dat hij de kaak onder geene onderkin geeft, ’t welk in de kin-»
deren altoos plaats heeft op zijde van de kin = ? o f i neus.
D E R D E H O O F D S T U K
Hoe de proportiën van het hoofd gevonden moeten worden.
% L
3 3 e meeste Schilders en Tekenaars ,'" die van propórtie handelen
in hunne fchriften, neèmen alleenlijk Fitrnvius ten grondflag air de
Ouden , en Alb. Durer uit de laatfte Meesters; tot bevestiging van
hunne ftelregels, neeaten zij het gezag van de Oude Beelden, zonder
wijders zich te bemoeijen om onslighaam, o f eenig deel mi het
bijzonder naa te meeten.
D e Pourtrait-Schilders hedendaags, althans de meesten, trekken
een ovaal op hun paneel, eer de perfoon, die gefchilderd moet wor*
den, gezeeten heeft, maaken’er het kruis in , verdeden de hoogte
net in 4 neuzen, de breedte in 5 oogen, en in die verdeèling fchil-
deren zij het wezen, ’t welk moet gelijkenen, offchoon de proportie
van hetzelve nog zoo verfchillend ware.
Mijn gevoelen is niet, gelijk ik , met eenen ongelukkigen uitflag,
door een vermaard Meester heb zien doen, dat men oogen, neus,
iüónd, tot de krullen van de pruik., moet meeten, want zelfs die
meemeeting
is onmoogelijk op het paneel te pasfe te brengen, om dat
ijder deel in een bijzonder vlak is , en allen op een en hetzelfde vlak
moeten verbeeld worden. Ook kan de meeting met eenen rechten pas-
fer niet gefchieden, maar zoude meest met kromme moeten bewerkt
worden. Alleen oordeele ik , dat een goed Schilder ó f Tekenaar zich
op de waare gronden moet toeleggen, dat is op de veranderingen die
in d i Scêletten, en inzondèrheid hoofden, vdorvalléh^ op het Na-
• tionaale enz., en fchetzen zijn ovaal o f andere figuur niet uit Zijn
hoofd, maar naar het model zelve.
Misfchien was het niét kwalijk zich te bedienen van de aloudfte
wijze van tekenen, door PHnius aan de dochter van Dibutadës van
Sicyonië toegefèhreeven (o ), welke hedendaags voor aardigheid en
tijdkorting door Lieden van fatzoen, dikwijls ia het werk gefield wordt,
en, door middel van' een lamp, iemands aangezigt, in het profil te
tekenen, om te netter de hoofdverdeelingen van oogen, neus, mond,
en kin te hebben.
Doch ik keere terug tot mijn oogmerk, de proportiëü moeten gevonden
worden uit verfcheidene duizenden Menfchen, men moet het
voorbeeld van Zeuxis volgen; uit duizenden moet men weinige kiezen,
en op die wijze tot de best bevarende proportie geraake^
l 1 L
Om dat het Scelet in het algemeen, en het doodshoofd, toe mijn
voorneemen meest diende, heb ik zoo wel voor het éeÉe als andere
hoofd een doodshoofd zeer net naagetekend: en da®" in en op geplaatse
ga) Pliniuf, X X X V B o e k i a Ca$'.