D e voorhoofds-holtens W worden van binnen holler en puilen meerder
voorwaards uit, waardoor ook de plooi o f de kneep dieper en dus
zigtbarer wordt. \
g- I I I .
Degeheele opperkaak wordt holler en het voorgedeelte Z R ’t gene
in den volwasfènen vooruitflond, wijkt nu agterwaards, om welke reden
de bovenlip nu binnen in den mond valt, en den neus grooter doet
fchijnen, dan hij waarlijk is afgeweest is, in den middenftand van jaaren.
§- I V .
D e onderkaak die van buiten om, dezelfde gedaante T K X behouden
heeft, wordt nu wegens het verlies der tanden en kiezëntnet
derzelver kasfen door haare fpieren zoo hoogwaard» Ópgetrokken tot'
dat de kevels op elkanderen fluiten het punt D fehiet derhalven voorbij
de linie Z D tot in X.
D e afïland van de kin tot den neus wordt * deel van het gefeeele
hoofd korter: D e neus en kin fchijnen nu elkanderen te’ raakeft.'
Eene omftandigheid, die van de meeste Schilders, zelfs van Rubbeng-
en van de Wit (a) geheel en al verwaarloosd is géword en. !$jg Btoe<
maard volgde de natuur, maar hadt geen doorzigt in haare werking,
Lairesfe, P . Testa> en de groote Raphaël hebben p f zeer zorgvuldig
op gelet. De beroemde j l B. Greuze, Fransch Schilder, heeft
*er geen denkbeeld van gehad, gelijk blijkt in de anderzmts fraaie
Plaat,
O ) T e k . B o e k , T a b . X L 3 % . van.boven»
rPlaat, Retour fö&e föi tmême, verbeeldende eene leezende Oude
Vrouwe.
> v.
Zoo draa de onderkaak oprijst tot | gelijk wij getoond hebben, zo®
wordt de ho,ek van den mond nederwaards g a k k e n , en de dunne
velfpieren van den hals worden zeer zigtbaar als koorden gefpannen.
% V I.
De rimpels van het aangezigt vertoonen zich altoos dwarsdraads te-
-gens- den doop der fpier-vezelen: op het 'Voorhoofd derhalvèn dwars,
om de oogen, en mond ftraalswijze, en aan den hals mede dwars, gè-
noegzaam evenwijdig aan het beloop van-den onderkaak X K T . Uit
de vergelijking evenwel van het bekkeneel met het aangevuld‘wezen
’er onder, ziet men duidelijk, dat niet dè rimpels, maar de verandering
in het beëngeftel, hét kenmerk’geeven van Ouderdom.
f §. V I I.
Om eene proeve te neemen van de nuttigheid deezer aanmerkingen,
zoo,teken het hoofd van de II Tafel fig. 1. van ter zijden,
G .H .D .C . 4 K. met het oor, gelijk op de V I Plaat in de II figupr
gezien wordt.
Voeg boven den neus de meerdere holte G.» gv h» Neem de boventanden
weg*,fJaoo rijst de mond D E , tot d , e.j Trek vervolgens
uit N de wezenslijiï langs g , h , O , P : zet vervolgens den -eenen
I 2 punt