Cardamts zegt duidelijk, dat in de Westindiënin de Provincie.Por*
tus vetus3 de Menfchen geen hals, maar een vierkant hoofd hebben
door konst, en niet door de natuur alzoo gevormd, dan, dat de
konst in natuur is verwisfeld, om dat te toren de hoofden tusfchen
planken aldus geperst zulk eene gedaante hadden , de Varietaie IJL V .
S P 43*
% I I I .
D e G r a a f t Buffm verhaalt op het gezag van Rdleïgh, tb. p. 5 9 5 ,
dat ’er eene Natie in Guiane zou zijn, welke de hals zoo k or t, en de
fchouders zoo hoog zoude hebben, dat haare oogen als op hunne
fchouders, en de mond opde borst zou fchijnengeplaatst te' zijn. D e
Graaf vergelijkt z e daarom niet te onrecht met de Scythen', en de
Acephali der Ouden. Misfchien hebben de Ouden, Aapen en Orang
Outangs, ook hedendaagfche Reizigers, zulke Dieren, van verre
voor Menfchen aangezien.
Plimm, Ltb. V. Cap. 8. pag. 252. van ^Ethiopië handelende,
zegt onderwijlen, dat de Blemmyi geheel geen hoofd hadden, en dat
de oogen en mond, op de borst geplaatst waren. E n dat eenigp, zonder
hoofd, de oogen op de fchouders hadden.
Indien dit met bij vergrooting gefprooken is , hefe ik ’er geen door*-'
zigt m mr PUpius immers zegt, Ltb. VIL €ap. 2. pag. 373. op het ge»
zag van Eudopws, dat m zommige plaatzen van Indiën de Mans voeten
hebben die een elïe lang zijn, de Vrouwen integendeel dezelve-
zoo klein hadden dat z e ftrutbopodes, musfchenpootjes genoemd wier-
den. Wijders, Lib. VIL Cap. 2. pag. 374. dat andere hunne ooren*
zoo groot en lang h a d d en d a t zij ’er zich. agter verfchuilen konden r
Straf
Strabo verhaalt op het gezag van Qnejkritm9 pag. 1038. Lib. V .
dat ’er in Indiën Menfchen waren, welker ooren tot op de hielen
h o n g e n z o o dat %ij ’er op flaappn konden. Echter houdt hij dit voor
een verdichtsel.; P. M ela,Lib. 3. Qap. 6^ pag. 270; zegt ter gon-,
der trouwe, dat de Pamtepztilke groote ooren hadden, dat z ij’er zich,
geheel in heftoppen konden.
C. J. Solimts zegt, Cap. XIX..p. 28. F. dat’er in Indiën (de Pa-
notiërs) Menfchen zijn, welker ooren zoo groot zijn dat zij ’er hun
geheel ligtiaam mede omklpeden konnen. Zie Salmaf. Plin. Exeru
p. 155 Cel. L D.
De bewooners van het Eiland Paques, hebben de ooren tot bijnaa,
op de fchouders hangen, doprgefneeden, zie PI. 26 en 27. van Cooks
Ffijage dans ïHemifphere auftrql,, Paris 1778. Tom. 2. .
W m m
De Graaf de.Bujfbn, dié ’er zeer wel over redeneert, telt deeze
drie.oorzaaken op, tb. p. 147. 1. den invloed der Luchtftreek;"2. het
voedzel; 3. de zeden en gewoontens bij öndprjcheidene Volken.
Omtrent de eerstel oorzaak is ’er geen t wijffel, o f de kleur hangt ’er
van af,' hoe zeer het ook waar z i j , dat in de koudfte luchtftreeken
gelijk Groenland, en Kamfchatka, bijnaa even zwarte Menfchen
woonen als in .Madagafcar. ,
De allergezengdfte luchtftreeken o f climaaten geeven nogthans de
zwartfte Menfchen, ten zij z ij door vermenging met andere landaarden
vermengd^ zijn.
De bijzondere gedaanten van oogen, wangen, kaaken, en derhal-
D 2 ven*