tJöor den Goddelijken Schepper van Hemel en Aarde onmid&elijk
gevormd: van welk Paar alle de bewoonbaare Waerelddeèlen langzaa-
-merhand bevolkt zijn geworden: zonder dat het verfchil; van kleur in
aanmerking kan koomen, om dat die telkens verandert, terwij 1 het
vel van allen indedaad eveneens zamengefteld is. Wij hebben reeds
elders in eene bijzondere Verhandeling over de kleur der Zwarten getoond
, dat het om het even is-, o f Adam en Eva_zwart o f wit.,
geweest zijn, aangezien.de verandering van blank tot zwart even
groot is als [ van. zwart tot blank.
Ook zou ik In mijne verzameling konnen aantoonen, met verfcheide-
ne ftukken vel, van Mooren, Italiaanen, en de blankfte Hpllandfche
.Vrouwen genoomen ,;dat de middenhuid van allen min o f meer zwart
o f getaand is. Zoo dat het indedaad geen wezenlijk verfchil uitmaakt ,
o f men het eene, dan het andere flelle; te meer, dewijl die midden»
huid, membrana retimlarisj^oox .Malpighim ge le eten ,.b ij.on ze
zwangere Vrouwen zomwijlen even zwart wordt, als in de zwartfte
Angoleefehe Negers, waarvan ik in het voorjaar van den jaare 176S*
een treffend, voorbeeld gevonden hebbe aan den geheelen buik en boezem
van eene anders zeer blanke Vrouwe, kort naa de verlosfihg ge-
ftorven, waarvan ik nog eenige ftukken in mijne 'verzameling bewaare;
de geheele Akademie van Groningen is toen ter tijd getuige geweest
van dit zonderling verfchijnzel. Ook is het niet zonder voorbeeld: de
beroemde Le Cat Qa) immers geeft ’er verfchéidene voorbeelden van
op. D e donkerheid, der kleur fchijnt nogthans door de voorloop te
ver-
‘ff&jTraité de liet couleur de ld peau humaint. Edit. Amft. art. IV. p. ïgÖ» éii
volgende.
verdwijnen, gelijk ook aan het vel dér Moören gebeurt, en in mijne
Verzameling gezien,, kan worden/; j
Het is onderwijlen, om van die Meine uitweiding te' rüg te koómen,
uit het gene .wij igezien. .en uit Le Cat getoond hebben', zekér ^dat
het, vel van wit zwart, | en van zwart wedér wit kan worden, jj OöÉ*
de - Z o n geen . kleinen|invloed/op' onze kleur. . De 'zwangerheid
in Vrouwen, Witte hégbrs, en 'die' door 'zïèktef blank worden,
overtuigen,pnsfdat-’er .iéts meer dan de'Zon invloed hebben'kan'op
dat tweede pfmrdd,en vlies: | En waarom niet?)ffcheidt 'ons bloed geeilt
zwarte deelen' af’ binnen de oogen,- terwijl’hefrhöorn vlies wit blijft?.
De zwartheid der te e ld e len bij beide de?g$Efechten, zelfs in, de blankfte
Menfchen, toont klaar dat het middenlli^^vIn^Ml^Vél' dbor
het bloed,, afleen gefleurd kan ^worden dat is 9'gentlijk zulk eene op*
pervlakte. kan krijgengvan geene lichtftraalen wederöör'te kaatzenMen
daarom zwart te "fehijnen. De voorweipen zelve hebben immers
geene kleur, het zijn dn lichtftraalen, die op Vcrfcheidene wijzen
gebrooken, en wederom, gekaatst aan ons het denkbeeld van kleur
verichaffen,
. §. IV.
Vermits het ons volftrekt onbekend-is, fe e ; kort o f lang naa de
Schepping, der Waereld, de Menfchen gemaakt en verfpreid zijn, doen
wij best hunne verfcheidenheid te befchouwen, zoo als die nu bevom»
den wordt: te vergeefsch zouden wij nogthans hiermede onzen rijd
£Èjten, terwijl de Groote Natuurkenner de GraaffdnBuffon dat ftuk
.op dealleruitneemendfte wijze heeft afgehahdeld, in het III.'%el- den
LJat. Hifi, en wel in de Hifi, Nat. d& en Variétés dans
FEfpêce humainey pag. 371. en volgende«
C Wij