r
61. Médailles historique de Belgique. In 8°.
Tome I. 82 pl. 226 pl.
62. Histori der Nederlandsche Vorsten, uit de Huizeii van Beijere, Borgonje,
en Oostenrijk; welken, sedert de regeering van Albert, Graaf
van Holland, to t den dood van Keizer Karel den Vijfden, het Hoog-
gezag aldaar gevoerd hebben : Niet alleen uit de geloofwaardigste
schrijveren en egtste bewijsstukken dier tijden samengesteld, niaar
ook met meer dan duizend historipeiiningen gesterkt en opgehelderd,
door Frans van Mieris. ’s-Graavenhaage, P. de Hondt.
In Fol.
Eerste Deel. 1732. 1 portrait de van Mieris. 466 pp.
Tweede Id. 1733. 484 pp.
Derde Id. 1735. 446 pp
Avec de nombreuses illustrations.
63. Mionuet, T. E. De la rareté et du prix des Médailles romaines ou
Recueil contenant les types rares et inédits des Médailles d’or,
d’argent et de bronze, frappées pendant la durée de la Republique
et de l’Empire romain. Paris, Chez l’Auteur, Testu & Co., Debure
frères. 1815. In 8°.
XVI + 567 pp.
64. Munt-Kabinet van ’s Rijks Munt te Utrecht. In 8°. [L. W. A. Besier.J
Catalogus der gouden, zilveren en koperen speciën geslagen in de
Nederlandsche gewesten door de Fränkische en de Duitsch-Neder-
landsche Vorsten, de Hertogen, Graven, Heeren en Steden van de
vroegste tijden of to t de Pacificatie van Gent.
225 pp.
64a. Catalogus der gouden, zilveren en koperen speciën van de Republiek
der Vereenigde Nederlanden. Geslagen sedert de Pacificatie van
Gent to t het einde der 18® eeuw.
7 + 179 pp.
646. Catalogus der gouden en zilveren speciën, geslagen in het tijdvak
van het Bataafsch Gemeenebest, het Koningrijk Plolland en hot
Fransche Keizerrijk. Voorafgegaan door eenige Aanteekeningen
omtrent de geschiedenis van den muntslag in dien tijd. 1795—1813.
32 pp.
64c. Catalogus der gouden, zilveren, koperen en bronzen speciën van het
Koningrijk der Nederlanden. 1813—1887. Voorafgegaan door eenige
Geschiedkundige aanteekeningen betreffende den muntslag.
88 pp.
64d. Catalogus der gouden, zilveren en koperen speciën van Europeeschen
oorsprong voor Nederlandsch-Indiö geslagen, sedert de oprichting
der 0. I. Compagie, to t heden. Voorafgegaan door eenige Aanteekeningen
omtrent de Geschiedenis van den mnntslag in dien tijd.
89 pp.
64e. De Muntmeesters en hun muntslag in de provinciale en stedelijke
munthuizen van de Republiek der Vereenigde Nederlanden, en van
de Bataafsche republiek en in de Utrechtsche munt van het
Koningrijk Holland en tijdens de inlijving l)ij het Fransche Keizerrijk.
131 pp.
65. Nahuys, M. T. C. F. N. Cte. Plistoire numismatique du Royaume de
Hollande, sous le règne de S. M. Lonis-Napoléon, Roi de Hollande,
Connétable de France, etc., etc., etc.; ou récit détaillé des événe-
mens historiques de cette époque, dont le souvenir est rappelé par
des médailles, monnaies, décorations, etc., avec documens et planches.
Amsterdam, F. Muller, 1858. In 4°.
1 + 15 pl. XVI + 224 pp.
66. Funde antiker Münzen im Königreich Württemberg. Zusammengestellt
von W. Nestle. Plerausgegeben von der Württemh. Kommission
für Landesgeschichte. Stuttgart. W. Kohlhammer, 1893.
In 8°.
113 pp.
67. De munten van Nederlandsch-Indië, beschreven en afgebeeld door
E. Netscher en J. A. vau der Chijs. Uitgegeven door het Bataviaasch
Genootschap van Künsten en Wetenschappen. Batavia, Lange & Co.,
1863. In 4°.
33 pl. X II + 230 pp.
68. Numismata moduli maximi vulgo Medaigloni ex cimeliarchio Ludovici
XIV, potentissimi Galliarum Monarchae, ad exemplar parisiense,
servato et ordine numismatum et numero XLI tabellarnm in gratiam
et Lisum studiosae antiquitatuni ivventutis récusa. Eleutlieropoli,
1704. In Poi.
69. Orden, G. van. Plandleiding voor verzamelaars van Nederlandsche
Historiepenningen, bevattende eene beschrijving van een aanzienlijk
aaiital Nederlandsche log- of rekenpenningen, welke in de penniiig-
worken vau Bizot, vaii Loon eii van Mieris niet worden vermeld.
Leijden, L. Herdingh en Zoon, 1825. lu 8°.
393 pp.
• »
.:l
n i