25. Ministère de l’Instruction publique et des Beaux-Arts. Inventaire
général des ricliesses d’Art de la France. Province. Paris, Plon-
Nourret & Go. In gr. 8°.
Monuments civils.
Tome IV. 1911. Statues historiques.
604 pp.
26. Israels, J. Spanje. Een reisverhaal. Met reproducties naar teekeningen
van den schrijver. ’s-Graveuhage, M. Nijhoff, 1889. In 8°.
33 flg. 210 pp.
27. Jelgerhnls Rz., J. Theoretische lessen over de gesticulatie en mimiek,
gegeven aan de kweekelingen van het Fonds ter opleiding en
onderrigting van ïooneel-kunstenaars aan den Stads-Schouwburg
te Amsterdam. Amsterdam, P. Meijer Warnars. S. d. In gr. 8°.
93 pl. XIV + 314 pp.
28. Koninklijk Oudheidkundig Genootschap te Amsterdam.
Jaarverslag 1885 — 1892.
Idem 1895-1896.
Idem 1907-1911.
29. Kramm, C. De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche
kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters, van den
vroegsten tijd tot op onzen tijd, strekkende tevens tot vervolg
op het werk van J. Inimerzeel Jr. Amsterdam, Gebr. Diederichs.
In 8°.
Deel I. 1857. A -C . 312 pp.
Id. II. 1858. D -H . 328 [313-640] pp.
Id. III. 1859. H - L . 320 [641-960] pp.
Id. IV. 1860. L - P . 320 [961—1280] pp.
Id. V, 1861. P - S . 320 [1281-1600] pp.
Id. VI. 1863. T -Z . 310. [1601-1910] pp.
Aanhangsel A—Z. 1864. XXIV + 172 pp. Met levensbericht van den
Schrijver door Dr. >Yap. 1 portr. 10 pp.
30. Krnseman, A. C. Frederik Muller, geboren 22 .luli 1817, gestorven
4 Januari 1881. In Memoriam. In gr. 8°.
1 portrait. 96 pp.
[Overdruk u it de Levensberichten der afgestorven leden van de Maatsohappÿ
der Nederlandsche Letterkunde.]
31. Lhomme, F. 1892. Baffet.
155 grav. dans le texte. 1 grav. hors, texte. 205 pp.
32. Onze hedendaagsche meesters. Samengesteld door F. M. Lurasco.
Amsterdam, G. L. G. Veldt. 1907. In gr. 8°.
126 portr. 128 pp.
33. Monkhouse, C. Britisli contemporary Artists. London, W . Heinemann,
1899. In 8°.
47 pl. 68 fig. XXI + 266 pp.
34. Müntz, F. Les Archives des Arts. Recueil de documents inédits ou
peu connus. I. Série. Paris, Librairie de l’Art. 1890, In 8°.
35. Archief voor Nederlandsche Kunstgeschiedenis. Verzameling van
meerendeels onuitgegeven berichten en mededeelingen betreffende
Nederlandsche Schilders, Plaatsnijders, Beeldhouwers, Bouwmeesters,
Juweliers, Goud- en Zilverdrijvers, Smeden, Stempelsnijders,
Tapijtwevers, Borduurwerkers, Plateelbakkers, Ivoorsnijders, Glas-
schilders, Ingenieurs, Landmeters, Kaartmakers, Verlichters, Let-
tersnijders, Schoonschrijvers, Bookbinders, enz. Met bereidwillige
medewerking van verscheidene archivarissen c.a. bijeengebracht
door F. D. 0. Obreen. Rotterdam, Van Hengel & Eeltjes {J. van
Balen & Zonen). In 8°.
Deel I -V I I . 1877/1878-1888/1890.
36. „Rembrandt” . Vereeniging to t behoud in Nederland van kunstschatten.
Amsterdam.
Jaarverslag 1892-1898.
Idem 1907-1911.
37. Ricci, C. Geschichte der Kunst in Nord-Italien. Mit 770 Abbildungen
und 4 Farben tafeln. Stuttgart, J. Hoffmann. 1911. In 8°.
V III + 428.
38. R i em s d i jk , B. W. F. van. Historische beschrijving van het klooster
van Sinte Agatha met het Prinsenhof te Delft, benevens een Catalogus
der verzameling en eene lijst der boeken in de Historische
Zaal aanwezig. 's-Gravenhage, Landsdrukkerij. 1894. In 8°.
2 pl. ISO + I I I pp.
39. Rogge, H. C. Een raadselachtig boek „Ars notoria Hebraice”. In 8°.
1 pl. 22 pp.
[Overgedrukt uit „De Navorsoher”].
40. Rosseels, M. Het Imis van Christoffel Plantijn. Met 20 phototypische
platen van J. Maes. Antwer])en, J. Maes. 1886. In 8°.
156 IT pp.
41. L’Academia Todesca della Arcliitectura, Scultura & P ittu ra : Oder
Tentsche Académie der edlen Bau-, Bild- und Mahlerey-Künste :
Darinn enthalten :
Ein gründlicher Unterricht, von dieser dreyer Künste Eigenschaft, Lehr-Sätzen
l ii ;