86
Keerzijde: De Nederlandsche maagd, omhangen met rouwfloers,
in bedrukte houding, gezeten bij een met rouwfloers omhulde
lijkbus, geplaatst op een voetstuk, dragende het opschrift
XVII MART.(ii) | MDGGGXLIX. In hare rechterhand houdt zij
een immortellenkrans, en haar linkerarm omvat een op den
grond leunende uitgebluschte fakkel, welks benedeneinde of
steel in een kroon eindigt. Het half omsluierde wapenschild
der Nederlanden staat aan hare voeten.
In de afsnede: NATVS. VI. T)EC.(embris)—MDCCLXXXXII.
Ge b o r e n 6 De c emb e r 1792.
Daaronder: j . p. s . (ch o u berg ).
Omschrift: PERCVLSI. LVGENT. CIVES
De t e r n e e r g es l age n b u r g e r s t r e u r e n .
Gat. Utrecht n°. 19.
Groot 33. In zilver (37 Metr. Gewicht) en Brons.
683. Als boven.
III. Voor&ijde: de links gewende buste van den vorst.
Omschrift: WILLEM II KONING—DER NEDERLANDEN.
Onder den hals: v (an) d (e r ) k e ll en f .(e c it ) .
Keerzijde: Bovenaan in het veld een sterrenkrans. Beneden aldaa'r
een groepje, bestaande uit een lijkurn, half met een sluier
bedekt, een rookende fakkel en een cyprestak.
OVERLEDEN
TE TILBURG
XVII MAART
MDCCCXLIX.
DOOR NEDERLAND
DIEP
BETREURD.
Omschrift:
HELDHAFTIG. WELDADIG.—EEN VRIEND DES VOLKS.
Groot 26. Z. 13 w. en Brons.
I
I
I P