I. Blz. 162, n°. 196.
Ove r l ij de n v an J o h a n n e s Eug e n i u s Schuel l e r .
Voorzijde: Ter
Gedachtenis van
JOHs. EUGENIUS SCHUELLER
Overleden den
8*ie Octöber 1821 in den
ouderdom van 24 jaren
en begraven den 13« dito
in de Oude Kerk
te Amsterdam
R I P (Requescat In Pace).
Keerzijde: Een grafnaald, waarnaast, links, h e t Geloof (kenbaar
aan het kruis, dat het met den rechterarm omklemt) gezeten
is, terwijl het met de linkerhand het opschrift:
(dat op het voetstuk gegraveerd is) aanwijst. Ter vveerszijden
der naald een treurwilg en daarboven een lint waarop:
— <^ua‘—¿.i) lloiJ —Ai) — Iua)
(Die als een b l o em verdwi jnt )
Zilver (Verz. der stad Amsterdam).
I. Blz. 163, n°. 198. Leuven. a) In goud aan J. G. OTTEMA,
voor eene Latijnsche Verhandeling De meritis Francisci Hemster-
husii (Museum Friesch Genootschap. b) A. MB. J. LINDEN, 22
Mars 1853. Brons.
I. Blz. 165, n°. 2Ö2. W. A. A. POELMAN was inspecteur-
essaijeur-generaal aan ’s Rijks munt te Utrecht.
I. Blz. 165, n°. 203. K. H. A. van HEEGKEREN was post-
meester te Middelburg. Zijn broeder F. J. van HEEGKEREN
was waradijn van ’s Rijks munt. Dit is de eerste door D. v. d.
K ellen gesneden penning.