325
dent van het Algemeen Collegie van Toezicht op het beheer der
kerkelijke goederen en fondsen van de Hervormde Gemeentén
in Nederland. Hij huwde den 5 Juni 1834 te Delft met M. P.
H. V oet , doch deze echt bleef kinderloos. Hij overleed te ’s Gra-
venhage den 30 Januari 1872. Men vermoed dat hij in Juli 1862
25 jaren beschermheer van de Bezemmakersbusse te Delft, ge-
sproten uit een vroeger bestaand hebbend gild, zal geweest zijn.
Uit privé beurs werd de penning door de hoofdlieden geschon-
ken op 1 Juli 1862.
1862. 5 Mei.
II. Biz. 241, n°. 876. Groot 28. (Te schrappen: 25jarig.)
Voorzijde : De huwelijkspenning van v a n d e r K e l l e n reeds meermalen
beschreven, doch zonder cijfer op het altaar.
Keerzijde : GERRIT—DE VRIES JERZ.—
MARGARETHA CORNELIA—LOETERBACH
GETROUWD TE HOORN—V MEI MDCCCXXXVIL
II. Biz. 244, n°. 882. Litteratuur Doorgraving van Holland
op zijn smalst:
1. Wordt Amsterdam alléén gebaat door de doorgraving van
Holland op zijn smalst ? Amsterdam 1862, bij P. D. v a n E s .
2. Amsterdam weder eene Zeestad, door R. G. B . d e V a y n e s
v a n B r a k e l . Arnhem bij J. v a n E gm o n d J". 1862.
3. Eenige aanmerkingen aangaande verschillende plannen tot
daarstelling eener Zeehaven aan de Noord-Zeekust, in verband
met eenen korteren toegang van uit zee naar Amsterdam, door
PEOA. ’s Gravenhage bij Gebr. B e l in f a n t e ' 1862.
4. Kort betoog houdende ernstige bedenkingen tegen het plan
der doorgraving van Holland op zijn smalst, met aanprijzing
van de verbetering van het Groote Noord-Hollandsche Kanaal,
in verband met den aanleg der spoorwegen in dat gewest, door
Jhr. P. O p p e r d o e s A l e w i jn . Utrecht bij K em in k en Z o o n 1860.