1 Mr. S. V is s e r in g . Een uitstapje naar IJmuiden (Gids 1848)
blijkens biz. IX—XII (1) van de Herinneringen-Studien en Schetsen
(Amsterdam 1863) waarin Het uitstapje naar IJmuiden herdrukt
is (biz. 48—69 ‘) een gevolg van het lezen van een boekje getiteld:
2. De indijking en droogmaking van de Zuiderzee en het IJ ,
met kanalen van af den IJssel bij Arnhem längs Amsterdam tot
in de Noordzee, voorgesteld en aangewezen als een krachtig
middel tot verheffing van handel, scheepvaart en landbouw in
Nederland. Te Amsterdam bij G. P. M. L ondonck (1848). Als
schrijvers, zegt V is s e r in g t. a. p. biz. X( l ) , zijn later bekend
geworden de heeren F addegen en J. K lo p p en b u r g .
3. J. K lo p p en b u r g . Het Kanaal van Amsterdam tot in de
Noordzee met eene indijking van het IJ , beschouwd in het belang
van de stad ä) en het gewest (Amsterdam 1854 (Mei) 44 biz. 8“.).
4a. J. D. Diets. De doorgraving van Holland op zijn smalst,
Amsterdam 1858.
4b. J. D. D ie t s (Oud Koopvaardijkapitein enz.) Nadere be-
schouwing over de doorgraving van Holland op zijn smalst.
Amsterdam (1859) 36 biz. 8°. met eene plaat.
5. N. G. S ie b u r g h . De doorgraving van Holland op zijn smalst
Eene voorlezing in „Zeemanshoop“ (29 Maart 1859). Amsterdam
1859, 19 biz. 8°.
6. Een woord over Holland op zijn smalst. Leiden bij A. W.
S i jt h o f f , 1859 naar aanleiding van n“. 4 en 5 (A) Brochure van
den heer D ie t s (biz. 3—15). (B) Voorlezing gehouden door den
heer N. G. S ieb u rg h (biz. 15— 19) 27 bl. 8°.
7. J. K ik k e r t . De Küsten in Gevaar. Opmerkingen nopens de
zeegaten en stranden van Texel, Vlieland en Terschelling, ook
*) Met een p laatje van IJmuiden (C. R qchussen d e lin e av it, W. S t eelink
sculpsit).
2) De stad p. e. = Amsterdam.