Omschrift: INGEHULDIGD
XXVIII NOV.(ember) MDCCCXL. f
Keerzijde: Besloten in een krans het opschrift:
TER
. GELEGENHEID
VAN HET I
REGERENDE IAAR
VAN
WILLEM II.
Verguld papieren penning, groot 29.
Kon. Besluit van 1 December 1841
(Luttenberg 1855, biz. 241.)
Wij Willem II enz.
Herzien onze beslissing van 16 Aug. 1841 n°. 4, volgens welke
de bi) de Koninklijke besluiten van 18 Januarij 1825 n°. 72 en
10 December 1839 n°. 65 aan de Maatschappij „tot Nut v a n ’t
Algemeen“ overgelaten belooning, van edelmoedige en mensch-
lievende daden, met het einde van het toen loopende maatschap-
pelijk jaar, zal ophouden en die belooning verder, in zieh daartoe
mordoende gevallen, weder van regeringswege zal worden uitgeoefend.
Op de voordragt van Onzen minister van binnenlandsche zaken
van 29 Nov. 1841, n°. 138 5e Afdeeling. Hebben goedgevonden
en verstaan te bepalen, dat behalve gouden en zilveren médaillés,
welke ook tot erkenning van menschlievende daden zijn ingesteldbij
ons besluit van 24 Januarij 1841 n". 22, tot dat oogmerk mede
zullen kunnen worden verleend bronzen médaillés, die evenzeer
op de voorzijde ons borstbeeld zullen voeren en aan de keerzijde
in elk geval van een toepasselijk opschrift in de Nederduitsche
taal zullen worden voorzien, zullende de b r o n z e n médaillés
worden vervaardigd met den Stempel, die tot het slaan der zilveren
zal worden gebezigd.