fiï!
1
Voorzÿde: De Nijverheid voorgesteld als eene jeugdige vrouw,
in antieke kleeding, staande met een uitbottende tak , waarom
bijen zwermen, in de opgeheven doch gebogen linkerhand, ter-
wijl zij met de uitgestrekte rechterhand een lauwerkräns houdt
boven eenige Symbolen van fraaie kunsten als : een kapiteel
van een zuil, waarop het wapen van Amsterdam met guirlandes
daaraan verbonden is geplaatst, een torso, vaas, palet,
graadboog, sextant, zaag, liniaal, driehoek, passer, nijptang,
poinçon, hamer, teekenplank of bord, enz. Achter haar een
pikkende of voedsel zoekende haan.
Omschrift: VERDIENSTE BEKROOND.
In de afsnede: m. c. de vr ies j®. in v .(en it ) et fe c .(it ).
Keerzijde : Een krans en
DE MAATSCHAPPY VAN DEN WERKENDEN STAND
AAN
Groot 33. Zilver 32. Metriek Gewicht.
818. 1859.
Pr i j s p e nn i n g van de Ver e e n i g i n g t e r b e v o r d e r i n g
van fa br ie k- en h a n dwe r k n i j verhei d.
Voorzijde: De Nederlandsche maagd gezeten, steunende met den
linkerarm op haar, op den grond nevens haar staand rond
wapenschild; zij houdt in de uitgestrekte rechterhand een bun-
del lauwerbladen boven de voor haar staande voortbrengselen
van fabriek- en handwerksnijverheid, zijnde een vaas, kamrad
met onderstel, kan, bijenkorf, manometer, hefboom en truweel.
Achter haar Staat een stoomketel.
Omschrift: \
VEREENIGING TER BEVORDERING VAN FABRIEK EN
HANDW:(erk)NIJVERHEID IN NEDERLAND