I. 1756—1757. Volgens R ie t s t a p , Wapenboek van den Neder-
landschen adel, pl. 1 (4) blz. 3. Gevierendeeld: 1 en 4 in
goud een van zilver en zwart geschakeerd St. Andrieskruis ;
2 en 3 weder gevierendeeld : a en d schuinsrechts gespitst ruit
• van zilver en blauw ; b en c gevierendeeld van goud met een
blauw getongden en genagelden rooden leeuw (A lbert N ico-
laas baron van A erssen B e i je r e n , heer van Hoogerheiden,
geb. in Juni 1726, overl. 23>Maart 1790).
II. 1758—1759 (R ie t sta p pl. 5 (6) blz. 18—19). Gevierendeeld:
1 en 4 in blauw een zilveren ankerkruis (B entinck) , naar En-
gelsch gebruik vermeerderd met een wassenaar van goud in
den rechter bovenhoek, ten teeken van tweede geboorte; 2
en 3 zijn het gevierendeelde en met een hartschild voorziene
wapen van A ldenburg. (A . graaf van B entinck , heer van Varel
en Kniphausen.)
III. 1759—1794. R ie t sta p pl. 8 (5) blz. 32. Gevierendeeld : 1 en
4 de drie weerhaken wegens van den B oet z e la a r ; 2 en 3 de
leeuw met den barensteel wegens L angerak. (K arel van den
B oet ze laar , geb. 6 Aug. 1728, overleden 21 Sept. 1803.)
R ie t s t a p blz. 33 „grootmeester-nationaal der Vrijmetselaars“.
(Van 1 Juni 1794 tot 4 Juni 1797 is geene Groot-Loge
gehouden.)
IV. 1798— 1804. R ie tstap pl. 88 (1) blz. 219. Van goud met
heraldisch rechts gewende leeuw van keel, getongd van lazuur
en bedekt met een barensteel van lazuur. (I saäc van T eylingen,
geb. 15 Sept. 1735, overleden 23 Mei 1813.)
V. 1804-^1810. Van keel met twee en sautoir geplaatste scheeps-
timmermansbijlen van zilver. (G. G. B ijleveld.)
VI. 1810—1812. Van zilver met een alleenstaande boom en een
groep van drie boomen, allen au naturel, zoo ook de onder-
grond. (J. B ousquet.)
VII. 1813—-1815. R ie tstap pl. 4 (1) blz. 14. Gevierendeeld: 1
en 4 geschakeerd van zilver en sinopel; 2 en 3 van keel met
i i i
Hit