vast. Achter haar ligt rüstig de Nederlandsche leeuw. Links
van haar, achter het wapenschild een harnas, kogels en ste-
• ken, schuins liggende, een kanon, laadstok, vaandel, geweren
met bajonetten voorzien, een sabel een leenwenstandaard en
pontonniersbijl uit. Aan den voet van het schild ziet men, als
teekenen van rust, een palet, penseelen, beeldhouwershamer
en een geopend boek. Een krans ligt op een en ander. Rechts
van het beeid der Vrijheid, ziet men andere met een lauwertak
bedekte voorwerpen, als zinnebeeiden van nijverheid, handel
en scheepvaart t. w. een kamrad, mercuriusstaf, gesnoerde
baal, en een anker tegen den voorsteven van een antiek schip
leunende.
Boven deze groep leest men:
HET DANKBARE NEDERLAND.
In de afsnede: 1813—1863.
Onder den sokel in de afsnede staat:
E . LACOMBLE INV.(ENIT) S. DE VRIES, F.(ECIT).
Groot Mm. de V ries 73. Bij dezen n°. 4162 in zilver slechts
(26?) Met. Gew. zwaar en ook in brons.
+ 902.
Als boven.
Voorzijde: Nederland, als eene antiek gedrapeerde vrouw met
diadeem getooid, gezeten in den koninklijken zetel blijkens
het daarvan afhangende, met het koninklijke wapen prijkende
kleed. Zij steunt den Koninklijken, op den zetel staanden
scepter met den mede daarop leunenden arm en schijnt
met den uitgestrekten rechterarm de drie nevens haar staande
personen te wijzen op een tusschen en voor dezen staand
altaar vvaarop eene kroon en scepter, geplaatst op een kus