Volg. Gat. ’ ’s Rijks munt n“. 71, sneed J. D. P osthumus te
Amsterdam dezen prijspenning eerst in 1879.
Brons gr. 38.
898. 1863. 28 November.
Koz a k j e s d a g te Ut r e c h t , of h e t
vi jft ig j a r e n g e l eden b i n n e n r u k k e n d er k o z a kk e n
a l d a a r in 1813 , h e r d a c h t 1863.
Voorzijde: Het wapen van de gemeente Utrecht, hangende en
bevestigd aan een lans, die gemonteerd is met den Vrijheids-
hoed. Onder dien hoed een wimpel waarop 1813—1863. Links
en rechts van het wapen Oranjetakken.
Keerzijde: In het veld:
NOVEMBER
1813. .
en daaronder in het veld het Utrechtsche muntteeken, de
Mercuriusstaf.
Omschrift: Binnen een krans van 50 sterren:
GESLAGEN AAN ’S RIJKS MUNT 28 NOVEMBER 1863.
Groot 25. Brons.
Gat Utrecht. Stempels n°. 252.
899.
Als boven (groot 20).
Voorzijde gelijk, doch 1813—1863 onder het wapen, op de
keerzijde geen sterrenkrans en het muntteeken in den buitenrand *).
*) Zilveren Kozak te Utrecht gedragen 28 —30 November 1863 (Kon. Penn.
Kab. Aanw. 1877 biz. 19). Metalen doekspeld met (gekroond gekleurd) wapen
van Utrecht en op een lin t 1813— 18 Nov. 1863 (Coll. Dikks).