Medaille, van wege het Rijk geslagen in het jaar 1853.
Voorzijde : De krachtvolle, schoone, met koornaren bekransde en
rijzige Hollandsche maagd, met het wapenschild van Holland op
hare borst, links gewend, met een sikkel in de rechterhand en
met haar linkerhand en arm tarwe en roggeschoven omvat-
tende, ziet met fieren blik op den voor haar vluchtenden zee-
god Neptunus, staande in zijnen nautilus of schelpkar, met
opgeheven roeispaan in de linker-, en de teugels van zijn niet
zichtbaar span pa,arden in de rechterhand. Rechts op den ach-
. tergrond het gebouw van den Leeghwater, op den dijk ge-
plaatst, waar'uit drie der groote hefboomen ter uitmaling
uitsteken.
In de afsnede: n. pieneman. inv.(enit) (ui tvinder ) .
S. C. ELION. F .(eCIT).
Keerzijde : LACVS HARLEMENSIS
SAECVLA AGRIS INSVLTANS
ET SPOLIIS SEMPER AVCTVS
TANDEM VI MACHINARVM PERDOMITVS
RAPTA XVIII MILLIA JVGERVM
HOLLANDIAE REDDIDIT
OPVS AVCTORE GVILIELMO 1
A° MDGCGXXXIX INCHOATVM
REGNANTE GVILIELMO III
A° MDCCCLIII PERFECTVM.
H e t Ha a r l emme rme e r ,
de kwel l e r , e e uwe n l ang, d er
(omliggende) l a n d e n en s t e e d s t o e neme n d e
(in grootte) door de a f s po e l i n g e n , eindel i jk
door de k r a c h t van we r k t u i g e n b e dwong e n ,
h e e f t de 1 8 0 0 0 g e r oo f d e b u n d e r s a a n Hol l a n d
t e r uggege v e n. H e t we rk, door Wi l l em I in
h e t j a a r 1839 b e g o n n e n , is on d e r
de r e g e r i n g v a n Wi l lem III
in 1853 vol tooid.