5. W. J. van Z eggelen, Costerliedjes, 1856 8°. Souvenir aan
Haarlems Julijfeesten. (Alg. Konst-en Letterbode 1856, blz. 230.)
M. A. J. B akhuizen (Boekhandelaar te ’s Gravenhage, gestorven
den 7 Januari 1884) heeft nagelaten eene zeer curieuse verza-
meling van alles betrekkelyk de Gostersfeesten, overgebracht in de
Koninklijke bibliotheek aldaar (met register daarop).
781. 1856. 20 October.
Op e n i n g van d e n S p o o rwe g va n Ams t e r d am
n a a r Keulen. (Gegraveerd.)
Voorzijde: Links (naar het oosten) gerichte locomotief. Daaronder
XX OCTOBER
MDCCCLVI
en vijfpuntige ster.
Keerzijde: De door een strik vereenigde wapens van Amsterdam
en Keulen, waaronder:
OPENING
VAN DEN SPOORWEG
VAN
AMSTERDAM
NAAR
KEULEN.
Mm. 43 bij Q uintus n°. 2153 in rood koper gegraveerd. Mm.
S midt van Gelder g r . 30. (Teylers Kabinet.)
Gedachten over den handel, onder anderen met betrekking
tot den geprojecteerden IJzeren Spoorweg van Antwerpen naar
Keulen. Door den Schrijver van de bedenkingen over het Cre-
diet. Te Amsterdam bij J oh. Gutkens 1832, 19 blz. gr. 8°. Alg.
K. en L. bode 1833, II, 135—138, door H. Zie Vriend des
Vaderl. 1833.
Eerste Verslag blz. 599—605. Tweede Verslag blz. 754—760.
Derde Verslag blz. 919—922 ').
’) Gaf ook een stoot am a an S. W. h ie r te lande te d e n k e n , a lth an s blz.
921 lezen w ij: „Gelukkigerwijze heeft de hoogere kring van Amste rdam’s