i l l
Keerzijde: Een handboog (waarop twee pijlen kruiselings zijn
geplaatst) omslingerd door een laurier- en mirtentak, te zamen
verbonden, waarop men leest ingestempeld:
VOOR HANDBOOG NI.TVERHEID.
Groot 31. Brons.
717. 1851. 26 Februari.
Vi l f t igjar ig b e s t a a n v an
h et Ge n oo t s c h a p voor Na t u u r k u n d i g e W e t e n - '
s c h a p p e n te Gr oni nge n.
Voorzijde: De Natuur, voorgesteld als het beeid van de Diana
der Ephesiers, staande onder een palmboom, en houdende
in de rechterhand onze aardbol en in de linker een kwar-
tiersmaan. Voor haar is het wapenschild van Groningen van
goud met een dubbelen adelaar van sabel, op de borst
een middepschild van zilver met een faas van keel. Rechts
van het beeid e.en pelikaan, een cactus, een opengeslagen rol
en twee boeken. Onder het schild schuifelt een slang. Rechts
een globe, telescoop, galvanische batterij, weegtoestel, dis-
tilleerkolf en smeltkroes.
Omschrift:
HET GENOOTSCHAP VOOR NATUURKUNDIGE WETEN-
SCHAPPEN TE GRONINGEN
In de afsnede: GESTICHT
DOOR
TH. VAN SWINDEREN
1801.
Keerzijde: In een olijf- en klimopkrans:
BLOEIDE
VIJFTIG JAREN
1851.
Bovenomschrift:
BEVORDERDE KENNlS EN BESCHAVING.