L IT T ER ATUUR .
Zie v. d. Aa, R (16) biz. 233 237 en
ï . Jhr. W . J. G. R ammelman E lsevier, Over de ouders en geboorte-
plaats van Rembrandt van Rijn. (Alg. K. en L. bode 1851, I,
biz. 295—298.) Leyden, April 1851.
2. G. V osmaer, Een pelgrimstogt naar de Weddesteeg (Rembrandt)
1863.
3. G. V osmaer, Rembrandt Harmens van Rijn, Ses précurseurs
et ses années d’apprentissage. La Haye 1863, XIV, 190 p. p. 8°.
avec une planche topographique.
4. G. Vosmaer, Rembrandt Harmens van Rijn, Sa vie et ses
oeuvres. Avec La Maison de Rembrandt et ses signatures (1640
à 1656). La Haye 1868, VI, 525 p. 8°.
5. G. V osmaer, Rembrandt et ses oeuvres. La Haye 1877,
2de Edition. Avec 2 eaux fortes etc. (royal 8°.) entièrement refondue
et augmentée contient n°. 3—4.
6 . A t h . C oq u er e l , Rembrandt et l’individualisme dans l’art.
Conferences faites à Amsterdam, Rotterdam, Strasbourg, Reims
et Paris. Paris (1865) 12m° XV, 158 p.p.
7. J . W . Mo l l e t t , Rembrandt. London 1 8 5 2 (with wooden
cuts).
8. Rembrandt, Nieuwe bijdragen tot zijne levensgeschiedenis,
door A. B redius en Mr. N. de R oever (Oud Holland III, 2) 1885.
biz. 85—108. 4°.
Voor en b ij de onthulling liet de volkspoëet J an S chenkman
zich hooren in:
a) Jeremiade van Rembrandt van Rhijn in den avond van
26 Mei 1852. Afgeluisterd op de Botermarkt te Amsterdam.
Amsterdam 1852, 8°.
b) Wat een burger dacht bij de onthulling van het standbeeld
voor Rembrandt van Rhijn op 27 Mei 1852 te Amsterdam
(Boertig dichtstukje). Amsterdam 1852, 8°. Zie ook P rudens van