7. Mr. J. P. A mersfoordt, Het Haarlemmermeer, oorsprong,
geschiedenis, droogrnaking, wegen en vaarten, wijze van bestuur
van het waterschap, kultuur van den grond. Twee voordragten,
gehouden den 27 November en den 4 December 1856 in de
afdeeling Koophandel der Maatschappij „Felix Meritis“. Haarlem
1857. 8°. 70 blz.
8. De Droogrnaking van het Haarlemmermeer. Leerdicht door
Mr. J. P. A mersfoordt. Purmerende bij J. S chuitemaker 1857.
(Vad. Lett. 1857, I, blz. 266.)
9. P. B oekel (Hoofdonderwijzer in de gemeente Haarlemmermeer),
Geschiedenis van het Haarlemmermeer in schetsen en
tafereelen. Met twee kaarten. Amsterdam 1868, kl. 8°. (April
1868) XVI, en 322 blz.
10. E. J. van W isselingh JPz. (Predikant in het Haarlemmermeer),
De verovering van de Haarlemmermeer. Voorafgegaan doorBij-
dragen ter bevordering van Christelijke belangstelling in den ar-
beid der uit- en inwendige zending. Uitgegeven ten voordeele der
Evangelisatie in de Haarlemmermeer. Amst. bij H. H öveker 1869,
XVI, 281 blz. met kaartje en 2 platen 8°.
11. De Gommissie van beheer en toezicht over de Droogrnaking
werd den 20sten Mei 1839 benoemd (zie de namen in Alg. K. &
L. bode 1839, I, blz. 353—354 en 371). (Aid. II, 323—325,
27 Oct. 1839. Derde meerbrief blz. 338*--341. 7 Nov. 1839.) Vierde
Haarlemmermeerbrief van G. J. Mulder aan J. van Gedns.
12. Den 4 Mei 1840 werd te Hillegom de eerste hand gelegd
aan de uitvoering der werken (Aid. 1840, 1, blz. 323—324).
13. De Haarlemmermeer als Museum van Oudheden Aug. 1852
(Aid. 1852, II, blz. 161 — 163) door een jong beminnaar van
Oudheden, en daarop ald. blz. 322—326. Haarlemmermeer (Leiden,
8 Nov. 1852) door Dr. P. 0. v. - d. Gh t s .
14. Naamlijst der planten, op den drooggelegden grond der
Haarlemmermeer gevonden, door Dr. D. J. C oster Jzn. in 1853
(ald. 1853, I, blz. 69—70).