2°. In eene barret in zilver of brons voorstellende een eiken-
tak omslingerd door een lint waarop de woorden: Watersnood
van 1861 zijn gegraveerd.
3°. De médaillé wordt door Ons verleend aan hen, die zieh
bij den jongsten watersnood bijzonder hebben onderscheiden,
om aan een oranjelint op de linkerborst te worden gedragen.
4°. De barret wordt door Ons toegekend aan hen, die reeds
vroeger met de médaillé , ingesteld bij Ons besluit van 27 Maart
1855 n \ 11 (Bijvoegsel 1855 n". 70) zijn begiftigd, en zieh
opnieuw bij den jongsten watersnood loffelijk hebben onderscheiden
, en zal gedragen worden op de linkerborst door middel
van een oranjelint boven de door Ons vroeger verleende médaillé.
(Get.) De Minister van Binnenl. zaken
S. van H eemstra.
846. 1861. 27 Maart.
Gemeen s chapp el i j k bez oek der mun t te B r u s s el
door den Ne d e r l a n d s c h e n a f g e z a n t en d en
•Belgi schen M i n i s t e r van F i n a nc ie n.
Vo&rzijde: De Belgische en Nederlandsche wapens op een anker
geplaatst. Daar tusschen een bijenkorf; daaronder twee laurier-
takken kruiselings geplaatst.
Bovenaan: HOTEL DES MONNAIES A BRUXELLES.
Keerzijde: Horizontaal door den Mercuriusstaf gescheiden.
VISITE
D E 1-,.'
SON E X C E L L E N C E )
LE BINARON) '
GÉRICKE
VAN
HERWIJNEN
DE
FR ER E -
ORBAN
MINISTRE
DES
FINANCES
27 MARS 1861