IL Biz. 154, n°. 753, heeft op het rijke kleed den naam:
MARIA of MARIE.
Biz. 155, n°. 755, staat: Wonderbeelt, lees: Wonderbeeld,
en het kleed mist den naam Maria.
II. Biz. 156, regel 2 v. b ., staat: an, lees: en.
II. Biz. 156, n°. 758. Standbeeld van Willem II onthuld. Zie
Alg. K.- en Letterbode 1854, I; biz. 98 en 106. De Penning
bij uitgifte in brons voor f 5 verkrijgbaar.
II. Biz. 166. De intrede had plaat's op 5 Juni 1515. Teekenaar
van de plaat der Maskerade is G. J. Bos. Zie nog:
J. H. Sonstral, Bij den intogt van Graaf Karel II binnen
Dordrecht in 1515, voorgesteld in Leiden in 1855. InVad. Lett.
1856, II, bl. 212—225, ontleend aan diens onuitgegeven Ver-
haal van de feestelijke viering van het 280jarig bestaan der
Hoogeschool te Leiden in Junij 1855.
II. Biz. 177. Tusschen de Kostersfeesten van 1823 en 1856 versehenen
over de uitvinding der boekdrukkunst onder anderen nog :
A. De Vries, Eclaircissements sur l’histoire de l’Imprimerie
contenant Lettre à M. A. Schinkel ou Réponse à la Notice de M.
Guichard sur le „Speculum humanae salvationis. Dissertation
sur le nom de Coster et sur sa prétendue charge de Sacristain.
Recherches faites à l’occasion de la quatrième fête séculaire à
Harlem en 1823. Traduit du hollandais par J. J. F. Noordziek.
La Haye chez A. D.^ Schinkel 1843. In Grids 1849, II, biz.
704—741 uitvoerig besproken met de beide volgende werken,
door J. I. Doedes.
B. Arguments des Allemands en faveur de leur prétention à
l’Invention de l’Imprimerie ou Examen critique de l’ouvrage de
M. A. E. Umbreit, „Die Erfindung der Buchdruckenkunst“. Par
A. de Vries; traduit par J. J. F. Noordziek, faisant suite aux
Eclaircissements. Ibidem 1845.
C. Het gesehilstuk betrekkelijk de Uitvinding der Boekdruk