9
linten saâtngebonden, waarbinnen de gekroonde naamcjjfers :
C(arolus) L ( udovica).
In den rand:
IN AUGUSTOS PRINCIPUM CAROL1 ET LUDOVICAE HYMENAEOS.
Onderaan het randschrift een roos.
Bÿ g e l e g e n h e i d
v a n h e t d o o r l u c h t i g huwe l ÿ k
va n Karel en Loui se.
Keerzijde: Rotsgrond, waarop een altaar. Daarop Staat een
kroon en ter linkerzÿde hangt een krans. Op de voorzÿde van
het altaar twee driehoeken, waarbinnen eene C .(a ro lu s ).
Aan de voet Symbolen der vrijmetselaren, als cubus, truffel,
hamer, hoek, passer en schietlood; ter zijde van hei altaar
a a n iederen kant, eene rots ; op die ter linkerzijde is een stad
gebouwd. Van uit den hoogen ziet men twee ineengeslagen
rechterhanden binnen eene langwerpige zon, die in alle rich-
tingen hare stralen nederschiet.
Randschrift :
AUREA VENTURIS SOL PORRIGE GAUDIA LUSTRIS.
Ge ef o Zon!
g u i d e v r e u g d e a a n de j a r e n
die komen zul len.
In de afsnede:
L L ( i .iueri) F R .(atres) MURATORES SUECI
D.(ie ) XIX JUNII MDCCCL.
De Zwe e d s c h e b r o e d e r s v r i jme t s e l a r e n
d en 19 J u n i 1850.
In Kon. P. Kab. te ’s Gravenhage.
Middellijn der médaillé 42 millimeters. Brons.
*) P e e r H. L d n d g r e e n , stempelsnijder in Stokholm se d e ri 1 8 4 4 .