Links: De Onkunde als eene inet papaverbollen gekroonde en
met eene boven haar vliegende vledermuis, over rotsen en
door doornen vliedende vrouw voorgesteld.
Rechts: De Eendracht in Minerva kleeding, gehelmdm e tcrista,
houdende in de rechterhand ëen bundel pijlen en in de linker
een olijftak.
In de afsnede: WET OP HET LAGER ONDERWYS
XIII AUGÜSTUS
MDCCCLVII.
M. C. DE VRIES J “. IN V.(ENIT ) ET FEC.(lT )
Omschrift :
DIT ONDERWYS VERDRYFT DE ONKUNDE, BESCHAAFT,
EN LEIDT TOT EENDRXGT.
Keerzijde: OM AAN TE NEMEN ONDERWYS VAN
GOED VERSTAND, GEREGTIGHEID, EN
REGT, EN BILLYKHEDEN;
OM DEN EENVOUDIGE KLOEKZIN—
NIGHEID TE GEVEN, DEN JONGELING
WETENSCHAP EN BEDACHTZAAMHEID.
«1 SPREUKEN v. 3. 4.
WY GEVEN GEENEN AANSTOOT IN
EENIG DING, OPDAT DE
BEDIENING NIET GELASTERD
WORDE.
2 KORINTHE 6. v. 3. .
Groot 42. Brons.
In zilver 63. Metr. Gewicht (zeldzaam).
Over de hierdoor vervallende wet van 18Ö6 zie Mr. A. A. J.
Meylink, Officieele geschiedenis der wet van 1806 voor het
lager schoolwezen en onderwijs en van de réglementaire bepa-
lingen over dit onderwerp, opgemaakt door de authentieke
bescheiden, enz. ’sGravenhage 1857, 8°. 20, XXXVI, 392 en
32 blz. Beoordeeld door J. d(e) W ( it t e ) v (an) G(it t e r s ) in de
Alg. K. en L. bode 1857, blz. 180. Repliek van Mr. A. A. J.
Meylink ald. bjz. 202. Zie verder ald. blz. 82 en 99 over het
t i IHN
; 1 Jjgfj
f f