597. 1841. 26 Augustus.
Inwi j di n g van h e t oude
Manne n- en Vr o uwe n h u i s te ’sH a g e en
h u l d e a a n Mr. M. J. van Gigh.
Voorzijde: De voorgevel van genoemd huis.
In de afsnede Hebreeuwsche woorden en
INGEWYD DEN
XXVI AUGUSTUS
MDCCCXXXXI.
Links (zeer flauw): j . w ie n e r f .(e c it ).
Keerzijde: Binnen een gothischen rand en onder een lauwerkrans
deze woorden als om- en opschrift:
* HULDE DER DANKBARE ISRAELITEN TE ’S, GRAVENHAGE
AAN Mr. M. J. VAN GIGCH
VOOR ZYNE
MENSCHLIEVENDE
BEMOEYINGEN
TOT OPRIGTING
EN INWYDING
VAN HET ISRAELITISCH
OUDE MANNEN
EN
VROUWENHUIS
ALDAAR.
Groot 29, meest in brons voorkomende.
Zie V. Bouhy , Revue de la Numismatique Beige 1883, p. 117
(181), die dezen penning (n°.'6) op 1846 plaatst.
598. 1841. 28 November.
T e r g e l e g e nhe i d va n h e t e e r s t e r e g e e r i n g s j a a r
v an K o n i n g Wil lem II.
Voorzijde: Scepter en staf, kruiselings op elkander geplaatst,
waarop de koninklijke kroon ligt, gezamenlijk rüstende op een
boekdeel, het opschrift grondwet voerende.