I. Biz. 371_, regel 15 v. b. en elders te lezen: België.
Gr o n i n g e r en F r a n e k e r F l a n k e u r s .
Biz. 375, n°. 451 Litteratuur, bij te voegen: a. Dr. P. H ofstede
de Groot (Hoogleeraar te Groningen), Opwekking in dezen
gevaarvollen tijd om op God te vertrouwen, Leerrede over Haba-
kuk, III, 17—18, gehouden den I0d™ October 1830, Groningen
bij W. Z didema.
b. Nederlands verkeerdheden, Leerrede geh. den 7 Nov. 1830,
naar aanleiding van Jeremia III, 130 (Acad. Vad. Leerredenen,
Utrecht bij van T ervüen en Z oon).
c. Afscheidsrede over I, Petri II 16, tot de Franeker en Groninger
Studenten bij hun ' vertrek naar het leger (Gedenkboek
I, biz. 45—56).
d. Dankrede (1 October 1832) bij de terugkomst derzelfden
(Gedenkboek II, biz. 43—56).
I. Biz. 382 2) In Kon. Penn. Kab. Aanw, 1886, biz. 17, met
den naarn J. B rave.
I. Biz. 385, n°. 460 moest vöör n°. 459 geplaatst zijn.
XIV. Penning, 1832, 25 April , Van wege den Koning aan J ac8.
J oh8. van D ooremalen , Kweekeling in de Bouwkundige Teeken-
kunde bij het Genootschap M.(athesis) S (cientiardm) G(enitrix) te
Leiden, Zilver, 5.4 W. (Leidsch Museum).
De Mir a k u l e u z e Medai l le.
(I. Biz. 383) XV. In Juni 1832, werd door M. Vachette te
Parijs (Quai des Orfèvres n°. ¿54 bis) een penningje van koper
geslagen, verkrijgbaar voor 12'7a cent, en 12l/2 cent voor een
daarbii gevoegd berigt, wegens het gebruik, en nog 25 cent voor
een boekje over den oorsprong en uitwerksels, bestaande in 37
mirakelen, getiteld „Historische beschrijvi'ng Van enz. der Mirakuleuze
Medaille door M “ , te ’s Hertogenbosch bij G. van
Gemert en Z onen 1835. Zie Vad. Lett. 1836, I , blz. 132,alwaar
H
I