II. Biz. 217. Een nieuw spoorwegplan, door Z., Grids 1864,
III, biz. 39—60.
II. Biz. 217—218 en elders te lezen: België.
1860.
N°. XXX. Paardententôonstelling te Breda. Door het arrondissement
Breda van de maatschappij van Landbouw, Tuinbouw en
Veeteelt. Door W ü r d e n . Gat. V o o m b e r g h 1888, n°. 2854. Mm.
41. Brons.
II. Biz. 227, n°. 846. 1861. 27 Maart. Bezoek enz. ge-
sneden door C h a r l e s W ie n e r . Revue 1888, p. 215 (81).
XXXI. 1862. Draagpenning bij de Zeventiende Algemeene Ver-
gadering van de Geldersche Landbouw-Maatschappij 1862.
Met oog. Gat. V o o m b e r g h n°. 2877. Gompositie.
II. Biz. 240, n°. 874. Bez emma k e f s b u s (te Delft).
(Vraag N a v o r s c h e r , Dl. XXVII, biz. 480; Antwoord aid. biz. 591
door den heer A. A a r s e n . Schriftelijke mededeelingen van den
heer P. J. F r e d e r ik s te Amsterdam en van den heer G. N. v a n
B a t t ü m te Delft door den heer J a c o b v a n d e r C h i j s aldaar 24/10
en 2/11 1887.)
M r . R ü t g e r J o h a n n e s G o r n e l is M e t e l e r k a m p werd 18. Maart
1810 te Delft geboren. Vader Dr. J o h a n n e s J a c o b u ^ en moeder
P h i l i p p a J o h a n n a P e t r o n e l l a B o e r s . Gedoopt 1 April 1810. In
1824 lèerling van de Latijnsche school te Amsterdam en promo-
veerde te Utrecht op eene dissertatio., de Gompensatione 6 , Oct.
1836. Lid van den Raad der gemeente Delft 23 Aug. 1837. Hoog-
heemraad van Delftland tot 29 Nov. 1850. Wethouder van Delft
19 Oct. 1845 tot 2 Jan. 1849. Burgemeester van Delft 13 Dec.
1848 tot 21 Nov. 1850. Ridder der Ned. Leeuw geworden 10
April 1849. Lid der Prov. Staten van Z.-Holland 18 Sept 1850.
Van Gedeput. Staten van Z.-Holland 7 Nov. 1850. Vice-Presi