TREMELLODON GELATINOSUM (SCOP.) PERS.
Geleiachtige stekehwam.
Hoogduitsch: Zitter Stachelpilz.
Engelsch: Jelly Tremellodon.
PI. 1884.
Stelsel van Linnaneus: Cl. XXIV. Sect. V. Cryptogamia. Fungi.
Natuurlijk stelsel: Cellulares Mycetes. Ord. Hymenomycetes. Sect. Hydneae.
Geslachtskenmerken : Fungi gelatinosi, pileati, inferne aculeati; aculei subulati, aequales. Structura
omnino Tremellae.
Geleiachtige zwammen, gesteeld, aan de onderzijde bestekeld, met priemvormige gelijke stekels.
Structuur geheel als Tremella.
Soortelijke kenmerken: pileo gelatinoso, tremulo, dimidiato, substipitato, papilloso, glauco-fus-
cescente; aculeis mollibus, glaucis, sporis globosis, subirregularibus, albis, 7—8 = 5 (t. Pileus
2—8 cm. latus. Forma quam maxime variabile, stipitatum (ad terram) et sessile.
Hoed gelatineus, drillig, gehalveerd en eenigszins gesteeld, met papillen voorzien, grauw-bruin-
achtig; stekels zacht, grijsgroenachtig; sporen bol vormig, eenigszins onregelmatig, wit, 7—8 = 5 /a.
Hoed 2—8 cm. breed, zeer veranderlijk van vorm, op den grond gesteeld, anders zittend.
Trem. gelatinosum (Scop.) Pers. Myc. Eur. II. p. 172, Scop. Carn. 2. p. 472. Schaeff. t. 144.
Jacq. Austr. t. 239, Krombh. t. 50 f. 18—22, Bich. et Rosé Atl. t. 65. f. 12—17. Fr. Hym. Eur.
p. 618. Sacc. VI. p. 479, H. crystallinum Fl. Ban. t. 717.
Verklaring der afbeelding: a. Vergroot gedeelte der stekels aan de onderzijde.
Groeiplaats: Op den grond in dennenbosschen en op dennenstronken, algemeen in Europa, de
Vereenigde Staten, Nieuw Zeeland en Australië.
Nederland : Deze voor ons land nieuwe champignon werd door den heer Dr. A. C. Oudemans bij
Arnhem gevonden en aldaar den 12den December 1912 verzameld en ter afbeelding opgezonden.
Zoowel den vinder als den heer H. A. A. van der Lek, door wiens bemiddeling de plant werd
ontvangen, zijn wij dank schuldig.