BROMUS SQUARROSUS L. C. VILLOSÜS KOCH.
Rappige Dravik, wollige vorm.
Hoogduitsch: Sparrige Trespe, Zottige Form.
Engelsch: Hairy Form of the Squarrose Brome.
Bloeit: Juni—Juli. ©.
PI. 1872.
Stelsel van Linnaeus: Cl. III. Ord. II. Triandria. Digynia.
Natuurlijk stelsel: Yasculares Monocotyledoneae. Ord. Gramineae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. I, N°. 41.
Soortelijke kenmerken: Zie Dl. XXIH, N°. 1767.
Kenmerken der variëteit: Kroonkafjes, sterk behaard.
Verklaring der afbeelding: a. Bloempakje. b. buitenste kroonkafjes van ter zijde, c. bloem.
Groeiplaats: Verspreid met de hoofdsoort voorkomende.
Nederland: De variëteit werd door de heeren Wachter en Jansen, den laten Juli 1912 nabij
Rotterdam waargenomen en mij welwillend ter afbeelding toegezonden.