
RUBUS H YSTRIX WH. ET N.
Dichtstekelige Braam.
Hoogduitsch: Dichtstachelige Brombeere.
Engelsch: Close prickled Bramble.
Bloeit: Juli. t1.
PI. 1846.
Stelsel van Linnaeus: Cl. XII. Ord. III. Icosandria. Polygynia.
N atuurlijk stelsel: Yasculares Dicotyledoneae. Ord. Rosaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. II, N°. 105.
Soortelijke kenmerken: Turiones procumbentes vel scandentes angulati aculeis inaequalibus
partim praelongis validis, aciculis, glandulis pilisque patentibus copiosis instructi; folia quinata,
folio!a supra sparsim pilosa saturate viridia subtus pubescentia pallide viridia, terminale oblongo-
ovatum apicem versus sensim attenuatum et acuminatum. Inflorescentia mediocris inferne foliosa
aculeisque aduncis instructa superne aphylla; ramuli tomentoso-pilosi purpureo-glandulosi et aculeis
brevibus raris muniti. Sepala tomentosa. glandulosa post anthesin reflexa. Petala suborbiculata
filamentaque purpurea.
Loten neerliggend of klimmend, kantig met zeer ongelijke, ten deele lange krachtige stekels,
stekelborstels, klieren en afstaande haren voorzien; bladen vijftallig, blaadjes van boven spaarzaam
behaard donker groen, van onder zachtharig licht groen, eindblaadje langwerpig-eivormig naar den
top geleidelik versmald en toegespitst. Bloeiwijze van gemiddelden omvang onderaan bebladerd en
van gebogen stekels voorzien, naar boven bladerloos; bloemtakken viltig-behaard met purperkleurige
klieren voorzien en met enkele korte stekeltjes bewapend. Bloemkelken viltig, klierig,
slippen na dén bloei teruggeslagen. Bloembladen bijna cirkelvormig, helmdraden purper.
Verklaring der afbeelding: A. Bloeiwijze op 1/3 der ware grootte: a. bloem, b. bloemblad
nat. gr., c. bloem, vergr., d. meeldraad, e. stampers, f. bloemknop.
Groeiplaats: In struikgewas en langs wegranden. Volgens Pocke in Ascherson und Gräbner,
Synopsis der Mitteleuropäischen Flora behoort de hoofdsoort thuis in Noordwest Duitschland, vooral
in Westphalen en aan den Neder-Rijn, in haar typische gedaante echter maar zelden. Ook in
Engeland en Noord-Frankrijk komen overeenstemmende vormen voor. Van deze soort komen eenige
rassen voor, waarvan B. adornatus (= R . adornatus P. J. Müll) de algemeenste is, die haar
verspreidingsgebied hoofdzakelijk vindt in Nassau, de Rijnprovincie, vooral in den Eiffel, in de
Belgische Ardennen en ook in het Schwarzwäld. De afgebeelde plant schijnt ook tot dezen vorm
gebracht te moeten worden.
Nederland: Mookerheide, aan den weg van Nijmegen naar den Piasmolen, 3 Augustus 1910. De
heer W. W. Schipper, die de braam aldaar verzamelde, zond haar ook ter afbeelding toe en heeft
de teekening gecontroleerd.