
DAEDALEA UNICOLOR (BULL) FR.
Eenkleurige Daedalea.
Hoogduitsch: Einfarbiger Wirrschwamm.
Engelsch: Daedalea of one colour.
PI. 1894.
Stelsel van Linnaeus: Cl. XXIV. Sect. V. Cryptogamia. Fungi.
Natuurlijk stelsel: Cellulares Mycetes. Ord. Hymenomycetes. Sect. Polyporeae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. X, N°. 789.
Soortelijke kenmerken: Pileo coriaceo, villoso-strigoso, cinereo, zonis concoloribus; sinulis laby-
rinthiformibus, flexuosis, intricatis, acutis, demum lacero-dentatis.
Vulgo imbricata, humida fuliginea, sicca albido-grisea. Hymenium albido-cinereum, interdum fuscum.
Hoed lederachtig, behaard-borstelig, grijs, met gelijkkleurige kringen: bochten labyrinthvormig,
bochtig, onregelmatig, scherp, eindelijk verscheurd getand.
Meestal dakpansgewijze groeiend, vochtig roetkleurig, droog grijs-wit, somtijds donkerbruin.
Daed. unicolor (Buil.) Fr. Syst. Myc. I. p. 336, Elench. p. 69, Hym. Eur. p. 588; Weinm. p. 344;
Berk. Outl. p. 254; Kickx p. 217; Sacc. VI. p. 377; Oud. Bév. 1. p. 387; Boletus Buil. t. 501 f. 3;
Bolt. t. 163; Sowerb. t. 325; Dec. Fl. fr. I I p. 115; B. decipiens Schrad. Spec. p. 169; Sistotrema
cinereum Pers. Syn. p. 551.
Verklaring der afbeeldingen : a. doorsnede hoed. b. poriën vergroot, c. doorsnede overlangs poriën.
Groeiplaats: Aan stronken en schors van loofboomen, overal in Europa, in Aziatisch Siberië,
in de Vereenigde Staten van Amerika en in Queensland, Australië.
Nederland : Vroeger gevonden te Amsterdam, Leiden, Zeist, Rijsenburg, Apeldoorn en Putten.
De afgebeelde exemplaren stammen uit de gemeente Zeeland in Noord-Brabant, alwaar zij den
22sten April 1913 werden verzameld door den heer P. Ligtenberg, groeiend op berken. De exemplaren
werden door bemiddeling van den heer H. A. A. van der Lek te onzer beschikking gesteld.