
OPHRYS APIFERA L
Byen-Orchis.
Hoogduitsch: Bienen Frauenträne.
Engelsch: Bee Ophrys.
Bloeit: Juni—Juli. 2J-.
PI. 1858.
Stelsel van Linnaeus : Cl. XX. Ord. I. Gynandria Monandria.
Natuurlijk stelsel : Yasculares Monocotyledoneae. Ord. Orchidaceae.
Geslachtskenmerken : Zie Dl. XVII, No. 1323.
Soortelijke kenmerken : périgonii phyllis 3 externis ovato-oblongis, glabris, roseis vel albis, 2
internis brevissimis, triangularibus, velutinis; labello phyllis externis breviore, convexo, subrotundo,
fusco-purpureo-velutino, macula glabra lineolisque notato, trilobo, lobis lateralibus oblongis, gibbosis,
intermedio multo maiore, obovato, apice retuso, appendiculo glabro, deorsum flexo terminato:
gynostemio in rostrum tenue flexuosum producto.
Drie buitenste bloemdekbladen eivormig-langwerpig, kaal, rosé of wit, twee binnenste zeer kort,
driehoekig, fluweelachtig; lip korter dan de buitenste slippen, bol, bijna rond, donker fluweelachtig
purper, met een kale vlek en strepen versierd, drielobbig, zijlobben langwerpig, bultig, de middelste
veel grooter, omgekeerd eivormig aan den top teruggeslagen, met een kaal en naar achter
teruggebogen aanhangsel voorzien; gynostemium in een gebogen dunnen snavel uitloopend.
Verklaring van de afbeelding: a. Bloem van voren. b. Bloem van ter zijde.
Groeiplaats : Op droge weilanden, gewoonlijk op kalkgronden, van Midden- en Zuid-Europa,
doch niet Noordelijker dan Midden-Duitschland en België en voorts in Zuid- en Oost-Engeland en
in Ierland.
Nederland : Hier en daar in de duinen, waar zij voor ’t eerst werd verzameld in 1902 door
wijlen Dr. G. van Vloten. Voor de overige opgaven cfr. F. A. des Tombe, „Verzeichniss der
neuen und bemerkenswerthen Gefasspflanzen, welche in den Niederlanden 1901—1910 gefunden
werden” in Mededeelingen van ’s Rijks Herbarium Leiden No. 8 (1912) p. 45. In Limburg werd
zij in Juli 1911 door den Heer De Wever bij Eys gevonden en den 28 Juni door Dr. Goethart
op den Keutenberg bij Oud Valkenburg, welke plant tevens voor deze afbeelding heeft gediend.
Om de groeiplaats niet te verstoren, werden geen onderaardsche deelen verzameld en konden deze
dus ook niet afgebeeld worden.