HYPHOLOMA SUBLATERITIUM SCHAEFF. F. DECURRENS NOV. FORM.
Steenroode Hypholoma met afloopende plaatjes.
PI. 1850.
Stelsel van Linnaeus : Cl. 'XXIV. Seet. V. Cryptogamia Fungi.
Natuurlijk stelsel: Cellulares Myoetes. Ord. Hymenomycetes. Agaricaceae.
Geslachtskenmerken : Zie Dl. X, N°. 769.
Soortelijke kenmerken : Zie vorige plaat.
Kenmerken der verscheidenheid : Hypb. subl. lamellis decurrentibus. Pilens glaber, haud hygro-
phanus, obscure punctatus, carne tenuissima, annulo evanescente, acute definito, araneoso-flbrilloso.
:Éipes cavus, baan versus fuligineus, supeme sordido-flavus. Lamellae griseae, dein purpuraceae,
contusae nigrescentes. Sporae 6.5—7.5 X 8.6 /J.
Plaatjes afloopend: Hoed glad, niot hygrophaan, met donkere stippels. Vleesch zeer dun, ring
verdwijnend, scherp begrensd, spinnewebachtig-dradig; steel hol, onderaan roestkleurig, naar boven
vuilgeel. Plaatjes grjjs, daarna purperkleurig, bjj kneuzing zwart wordend. Sporen vuil paars,
6.5^-7.5 X 3-5 i * . /
Nederland: Door mfj gevonden den 22 November 1911 in de stadsbosschen bij Wageningen,
alleenstaand op den grond. In Saccardo vond ik alleen een vorm C. Scbaefferi B. et Br. Ann. N. H.
N. 1768 met deze beschrijving: minus, pileo conico dein depresso, rugoso, flavido; stipite cavo
aequali; lamellis angustis, decurrentibus. Schaeff. t. 49. Misschien dezelfde vorm? In ieder geval
blijkt het meer voor te komen dat bij Hypholoma de plaatjes afloopend zjjn, waardoor dergelijke
vormen niet te determineeren zijn.