
N A S T U R T IU M O F F IC IN A L E R .B r. G E N U IN U M G REN. e t GODR. 1861.
Gewone Waterkers.
Hoogduitsch: Gebräuchliche Brunnenkresse.
Engelsch: Common Watercress.
Bloeit: Mei—September. 4 .
PI. 1861.
Stelsel van Linnaeüs: Cl. XV. Ord. II. Tetradynamia. Siliquosa.
Natuurlijk stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. Ord. Cruciferae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. YI, N°. 405.
Soortelijke kenmerken: Zie Dl. X, N°. 732.
Variëteits-kenmerken : Caule radicante; foliis pinnatis 3—4-jugis, foliolis ovatis, apice emarginatis,
terminali maiore, basi-cordato.
Stengel wortelend; bladeren met 3—4 paren ovale, aan den top uitgerande blaadjes, het bovenste
het grootst, dikwijls met hartvormigen voet (Rchb. Ic. 4359).
Verklaring der afbeelding: a. Bloem: vergroot.
Groeiplaats: In en langs sloten, beken en bronnen, in geheel Europa en Russisch Azië,
behoudens het hpoge noorden; ingevoerd in Amerika.
Nederland: Op de reeds genoemde plaatsen door het geheele land verspreid. De afgebeelde
variëteit werd gevonden langs den Korreweg te Groningen en aldaar verzameld den 124en Juni 1912
door den heer W. W. Schipper te Winschoten, die de plant ter afbeelding opzond.