
P H L E B IA AU R A N T IAC A (SOW) S C H R O E T , 1878-
PHLEBIA AURANTIACA (SOW.) SCHROET.
Oranje Phlebia.
PI. 1878.
Stelsel van Linnaeus : Cl. XXIV. Sect. V. Cryptogamia. Fungi.
Natuurlijk stelsel: Cellülares Mycetes. Ord. Hymenomycetes. Sect. Hydnaceae.
Geslachtskenmerken: Hymenium amphigenum, ceraeeo-molle, glabrum, contiguum, jam primitus
in cristas corrugatum; rugis confertis, interruptis, persistentibus, acie integerrimis, ubique basidiis
4-sporis tectum. Resupinato, effusae, udae, subgelatinoso-ceraceae, siccae cartilagineae.
Hymenium rondom aanwezig, zacht wasachtig, kaal, ononderbroken, reeds bij den aanvang tot
korsten samengevoegd; plooien dichtbijeen, afgebroken, blijvend, met gave snede, aan beide zijden
met 4-sporige basidiën bedekt. Omgekeerd uitgespreid, in vochtigen toestand eenigszins geleiachtig-
wasachtig, droog kraakbeenig.
Phlebia Fr. Syst. Myc. 1. p. 426, Bym. Eur. p. 625.
Soortelijke kenmerken : Subrotunda, aequalis, utrlnque glabra, carneo-rubra v. aurantiaca, arabitu
radiato-dentato; plicis rectis, sereato-radiantibus; sporis elongatis, curvulis, hyalinis, 4—5 = 1—l 1^.
Bijna rond, gelijk, aan beide zijden kaal, vleeschkleurig rood of oranje, in omtrek straals-
wijze getand; plooien recht, straalsgewijs gerangschikt; sporen langwerpig, gekromd, doorzichtig;
4—5 = l—l/2 t*.
PhU aurantiaca Schroei. Pilze Schles. I. 1888 p. 461. Phl. radiata Fr. Syst. Myc. I.p . 427. Hym.
Eur. p. 625; Weinm., Berk. Outl. p. 263; Auricularia aurantiaca Sowerb. t. 291, Theleph. bolaris
Pers. Myc. Eur. 1. p. 138, Th. cinnabarina Schwein. Sacc. Syll. VI. p. 498, Oud. Réo. I. p. 409.
Groeiplaats: Op de schors van berken, enz. in Europa en de Yereenigde Staten.
Nederland : Als Phl. radiata reeds vermeld door Junghuhn, gevonden in 1835 bij Harderwijk.
Het afgebeelde exemplaar werd gevonden door den heer H. A. A. van der Lek den 18den November
1912 op een beukenstam op het buitengoed Berbice onder Voorschoten. Zij voedde zich van de op
dien stam voorkomende Pleurotus ostreatus Jacq. De heer van der Lek had ook nu weer de
welwillendheid de zwam voor onze Flora af te staan, en over de teekening der plant en hare sporen
het toezicht te houden. Deze zeer opvallende zwam vond ik zelf dezen zomer even over de grenzen
in de nabijheid van Antwerpen.
a'
*4*
C! 3
Q .