kleineofferandenindoe-
ken te wikkelen. Eigen-
lijk was het hun taak om
den heelen nacht de
wacht te blijven houden,
maar daar de gewoonte
het veroorlooft zieh
door een poppetje te
doen vervangen, maak-
tenzij daar dankbaar ge-
bruik van. De kala’s die
nu mochten komen op-
dagen zou dende dooden
naar hooger gewesten
verhuisd vinden en geen
der levenden aanwezig
om hun woedete koelen.
■ P M M IE N VOLGENDEN DAG HAD HET VERVOLG OP DE
■ föW H IE R B O V E N BESCHREVEN PLECHTIGHEID PL AATS.
■ k i H Z A L DE ZIEL NAMELIJK ANDERMAAL IN EEN MEN-
■ V JW S C H E L IJK E GEDAANTE WILLEN TERUGKEEREN,
■ ■ ^ Q lZ O O MAG ER OOK NIETS VAN ’T VORIG STOFFELIJK
omhulsel op aarde overblljven, zelfs de asch nlet. Deze wordt daar-
om, na andermaal door den prlester te zljn gezegend, In plechti-
gen optocht naar het Strand en van daar met een bootje zoo ver
mogelljk In zee gebracht, om, tegelijk met eenige kleederen en
offeranden een prool der golven te worden. Deze plechtigheld heet
Is de verbrandingsplaats wat ver van zee, dan wordt de asch maar
in een rivler geworpen, waaraan dan de zorg voor de overbrenglng
naar zee wordt overgelaten. Behoortde famllle tot de hoogste käste
dan mag reeds enkele dagen later het hamboekoer gevlerd worden.
Dlt is een groot offerfeest, waarbij de laatste toi aan Jama wordt
betaald en deze nu genoodzaakt is de hem overgegeven ziel los te
laten, die daarop zoo spoedlg zlj verklest In een nieuw lichaam op
aarde kan nederdalen. Voor meer gewone Inländers komt echter
eerst nog het ngrorasln of feest van den twaalfden dag, bij welke
gelegenheid het lljk nogmaals, In beeltenls natuurlljk, en wel In den
huistempel, verbrand wordt, terwijl de asch dan nog dienzelfden
dag in zee of in de rivler wordt geworpen. W eer Iets later volgt dan
het metoehoen 58 nederdaling 58, een kostbare plechtigheid, waarbij
eveneens de adSgan de hoofdrol speelt. Hier bij wordt deze figuur
echter niet verbrand maar na zonsondergang buiten boven de poort
gehangen. Een paar maanden later nog een feest, het mSp&gat of
sluitingsfeest, waarbij de dorpsgoden bij monde van den pemangkoe
de verklarlng afleggen, dat aan alle gerechtlgheid is voldaan, dat
Jama niets meer van de ziel te elschen heeft en deze dus vrij is om
op de dauw 58 damoeh 58 neder te dalen, zooals zij bij de verbran-
dlng in de rook 58 andoes 58 is opgestegen.
Op sommige plaatsen van Bali volgt na het mSpSgat ook nog het
d£wanjadnja en boetanjadnja, een groot offerfeest ter eere van de
goede en kwade geesten, die ieder op hun manier tot het welslagen
van de verbranding hebben bijdragen. Dit is een soort van finale
sluiting, welke echter, door de groote kosten daaraan verbonden,
hoogst zelden plaats heeft. In de laatste dertig jaar heeft dit feest,
zooals men mij vertelde, slechts een paar maal plaats gehad. De
laatste vorst van Lombok o.a. heeft het laten vieren en ook Goesti
Djlantik van Karangasgm. t g g S a g g t g g S S r g S g g R g S g j
■ P ^ K S o c h laat ik u nu verbalen van het makirim dat volgde op
I n A d e verbranding die ik in de vorige bladzijden beschreven
l l f l h e b . Daar het zeestrand een uur ver en de rivier veel
■ P J M d ic h t e r bij was, zoo werd de asch naar de rivier gebracht.
|L m p R lH e t was weer een heele optocht en weer was er een
wadah bij van een dergelijke constructie als die den vorigen dag
was gebruikL- Deze was echter geheel met wit katoen bekleed,
maar ook met talrijke spiegeltjes en een groote hoeveelheid klater-
goud behängen en bestond uit vijf verdiepingen, waarvan de bovenste
ongeveer den vorm vertoonde van den godenzetel op blz. 31. Aan
beide zijden daarvan, op de plaats waar bij een armstoel de arm-
leuningen zitten was een fraai bewerkte naga met opgeheven kop
aangebracht. Op alle hoeken stonden boompjes met bloemen van
klatergoud en bonte uit hout gesneden f ig u r e n .H S S 5 Ä R S 5 S 2 i
Voorop ging de gamelan. Dan voigden twee mannen die ieder aan
een lange bamboestaak een fluweelen jasje, een slendang en een
saroeng en een bos kepengs droegen. Dit waren kleeren en geld,
noodig voor de reis naar de andere wereld; daar de zielen echter
alieen behoefte hebben aan de zielen dezer voorwerpen, zoo werden
ze na afloop der plechtigheid door de dragers als belooning
mede naar huis genomen. Deze beide mannen werden gevolgd door
twee andere met groote zonneschermen. Dan voigden weder twee
lieden die ieder aan een draagbamboe twee groote manden droegen,
die gevuld waren met houtskool van klapperomhulsel, eenig
aarden vaatwerk en wat bloemen; ook al voor de aanstaande groote
reis. Daar deze voorwerpen maar luttel waarde vertegenwoordig-
den, zoo werden ze later bij de asch in de rivier geworpen. 6 239
Na een wandeling van een klein half uur, waarbij eenige vrij steile
hellingen moesten worden afgedaald en de wadah dan veel gevaar
liep van onderst boven te duikelen en slechts met de grootste
moeite door de talrijke dragers onder ontzettend gebrul in even-
wicht kon worden gehouden, werd de rivier bereikt. En weer her-
haalde zieh het zelfde tooneel van den vorigen dag en was in enkele
oogenblikken de wadah geheel geplunderd, zoodat slechts het
bamboe raamwerk overbleef. Zelfs de enkele planken die er aan
voor kwamen werden als een kostbare buit naar huis gesleept.
Een kerel was gedurende de plundering boven op het toestel
geklommen en ontstak daar een menigte zevenklappers, die de
zonderlingste bochten en wendingen makende de plunderaars en
de dragers met een zee van vonken o v e rs te lp te n .ifS S S & i^ S S
De twee witte pakjes met asch werden nu naar beneden gebracht
en in de rivier leeggeschud. Toen er niets meer te plünderen viel
keerde iedereen huis-
In Sangsit heb ik een
verbranding mede ge-
maakt waarbij nog den
zelfden dag de asch in
zee werd geworpen. Er
werden verbrand een
lijk en acht plankjes.
Het lijk lag in een hou-
ten trog en de plankjes
in de op blz. 147 afge-
beelde kisten in den
vorm van een olifant.
Toen alles verbrand
was, werden de over-
blijfselen, hoewel nog
warm, dadelijk nauwkeurig onderzocht en de verkoolde stukjes
intaranhout van de ad&gan’s, die door hun meerdere hardheid ge-
makkelijk te onderscheiden waren van de veel zachtere houtskool
van de kisten, zooveel mogelijk bijeen gegaard. Deze stukjes werden
in een platten schotel met wat water met stampertjes van
suikerriet tot een zwarte brij gewreven en daarvan acht gelijke
hoopjes gevormd. Ook de beenderen waren bijeen gezöcht en in
een pot tot een grijsachtige pap gestampt Dat fijnstampen duurde
erg lang, doch men kortte zieh den tijd met gezang. Inmiddels
waren een aantal vrouwen aangekomen met allerhande offergaven,
die op den grond werden uitgestald. Er bij werd een soort draag-
stoel gezet, waarin op een mat een wit laken lag. Van de acht
hoopjes brij van de adggan’s werden nu acht poppetjes gekneed
en die op het witte laken neergelegd, ook een grootere pop van
de fijngewreven beenderen. Voor de lange reis naar den hemel
kregen de poppetjes natuurlijk een en ander mede, in de eerste
plaats wat geld. Op het hoofd van elk werden eerst elf kfepfengs
neergelegd, op de handen en voeten vijf, op de armen en beenen
en op het lijf ook vijf. Daarna kwamen op het geld peperhuisjes te
liggen, elk met vijf opgerolde sirihbladeren, die in de gaatjes van
vijf kbpbngs waren gestoken. Over het geheel werden bloemen
gestrooid. Ten laatste plaatste men op elk poppetje een bundeltje
kleeren en werd de draagbaar versierd met bloemen en pajoengs.
T erwijl deze nu door vier mannen werd weggedragen,stormdeneen
aantal kinderen en ook vele honden, die al lang begeerig hadden staan
toekijken, op de offers aan en maakten daarvan al het eetbare buit.
De optocht met den draagstoel, voorafgegaan door de gamelan,
trok eerst naar den doodentempel, waar even halt werd gehouden
en gezongen, daarna naar het Strand, waar de kleeren en de
pajoengs van den draagstoel werden genomen en dezen, na een
kort gebed, in zee werd gebracht. Toen het water den dragers aan
het middel reikte keerden zij hun vrachtje onderst boven, waarbij
een van hen e r onder terecht kwam, wat veel vroolijkheid verwekte.
og een ander soort lijkverbranding heb ik bijgewoond;
^ ^ ^ k l o o k daarover iets. Lepralijders worden niet alieen ge-
R Q Q f l l durende hun heele leven afgezonderd gehouden, maar
IN S ^ I o o k als zij dood zijn, worden ze nog van de gewone doo-
U l t j J l den gescheiden. Zij moeten n.l. afzonderlijk begraven
worden en mögen nooit het voorrecht genieten van weder opge-
graven te worden. Van hen mögen slechts de beeltenissen 58 de
reeds meermalen besproken adögan 58 de louterende verbranding
ondergaan, en dit mag nog niet eens op de gewone verbrandingsplaats
geschieden, maar dient ergens aan het Strand of op een
andere eenzame piek plaats te hebben.
Aan het strand, een half uur ten westen van de havenplaats Pabdan-
Boeleleng, heb ik eens zoo’n verbrandingsfeest mede gemaakL
Een vijftal offertafeltjes, zooals aan het hoofdeinde van de graven
op een begraafplaats staan 58 zie teekening blz. 19 58 met vijf kuil-
tjes er voor steiden de sfema voor. In elk kuiltje lag een adegan op
een schoteltje met rijst, sirih en eenige duiten. Onder zingen en
veel sprenkelen met wijwater werden de plankjes uit de kuiltjes
genomen en naar een groote tent gebracht, die voor driekwart met
offers gevuld was. Dit stelde het ontgraven en naar het sterfhujs
brengen der lijken voor. Daar had de lijkwassching als gewoonlijk
plaats, behalve dat bij den gouden ring, het stukje staal enz. nog
een blad met een pluisje kapok er op, op het lichaam werd gelegd.
De naaste bloedverwanten, die vooraf een mengsel van fijngehakte
kruiden en specerijen in den mond namen, spogen ejk op hun beurt
hiervan een weinig op die bladeren, opdat, zooals zij__mij vertelden,
de ziel van den overledene met hui^ zie^66n zou zijn^en jiendus
Nadat elk plankje als een heusch lijk was ingewikkeld in een mat,
een stukje wit katoen en bamboelatjes 58 zie de teekening op blz.
2 2 0 58 werden ze in een wadah, die ondertusschen was aangekomen,
ingeladen en een weinig längs het strand heen en weer ge-
dragen. Dit stelde de tocht voor van het sterfhuis naar de verbrandingsplaats.
Daarna werden de adSgans er weder uitgehaald en in
de gereedstaande kisten gelegd en deze in brand gestoken. De vijf
kisten hadden in dit geval den vorm van herten. Daarna werden de
verkoolde overblijfselen van de plankjes weder uitgezocht en verder
behandeld zooals ik reeds vroeger beschreven heb. Het in zee
werpen der asch had nog den zelfden middag plaats. » S R Ä S 5
Het sluitingsfeest, mSpögat, mögen de dooden nu later in gemeen-
schap met andere, niet aan lepra overleden familieleden mede
doen; dit meedoen heet dan njangking.SS5 iÄ S » Ä S g ^ 2 SSHö
In Rgndang in Karangas6m was ik getuige van een verbranding,
waarbij het lijk 58 van een priester 58 door een aantal vrouwen met
omhoog geheven armen boven hun hoofden van de wadah naar de
verbrandingsplaats werd gedragen. Na afloop van al de ceremonien
werd een tempelpoort 58 padoeraksa 58 van bamboe en geschilderd
linnen als een stolp over de kist heen gezet. Door de geopende
tempelpoort werd het hout onder de kist geschoven en toen het
geheel in brand gestoken. —-