beschaduwden weg, waar X de lichte streep sawah’s
midden op de teekening X gedurende bovengenoemden
noodlottigen overval, het bivak was gevestigd van het
7do bataljon; geheel rechts op de teekening is het tem-
peltje waarin dit bataljon zieh daarna terugtrok en waar-
in ook het grootste gedeelte van onze verdere macht met
heel wat dooden en gewonden een toevlucht vond. In dit
tempeltje overleed generaal-majoor P. P. H. van Ham
aan zijn bij den terugtocht uit Tjakra-Negara bekomen
wonden. Naast het tempeltje bevindt zieh diens graf met
eenvoudig monument. Op het hier afgebeelde gedeelte
van den weg viel ook de kolonne van Lawick in hinderlaag.
T e Ampenan, aan straat Lombok gelegen, stappen we
aan wal. Op het strand liggen een menigte prauwen en
djoegoeng’s X. Zie de teekening op blz. 136, die aldaar
gemaakt werd X en heerscht veel levendige bedrijvig-
heid. Ampenan zelf is niet interessant, maar hier vangt
de prächtige weg aan, waarvan boven reeds sprake was.
Deze grootsch aangelegde weg behoort tot het mooiste
dat op Lombok te genieten valt, vooral in en bij Mataram
en Tjakra-Negara is hij onvergelijkelijk schoon. Hij is
ruim zestig kilometer lang en voert over heel het eiland
tot aan Laboean Hadji aan straat Ala s .SS5 2Ä Ä 5 3^SS
Dat er op Lombok zulke prächtige wegen zijn, want er
zijn meerdere breede wegen die heel het eiland rond-
voeren, en in ’t geheel niet op Bali is wel daar aan toe
te schrijven, dat Lombok één rijk vormde en dus alleen
vijandig bezoek te vreezen had van over zee, terwijl de
talrijke rijkjes op Bali steeds onderling oorlog voerden
en goede wegen een vijandigen buurman een invai slechts
des te gemakkelijker zouden hebben gemaakt. Vandaar
dat op Bali, vóór onze vestiging, alleen in de onmiddel-
lijke nabijheid van de hoofdplaatsen breede, goede wegen
te vinden waren. te g R S a ir a g S tä —
Drie paal van Ampenan ligt Mataram, de hoofdplaats,
waar zieh de gouvernements-gebouwen bevinden en de
ruime luchtige woning van den ass.-resident. Tjakra-
Negara, daar dicht bij, bezit talrijke prächtige, 2 0 tot 30
meter breede lanen die elkaar rechthoekig snijden en
is, wat aanleg betreft, zeker de mooiste dessa die op
beide eilanden te vinden is. Zeer bezienswaardig is ook
Narmada, een lusthof van den laatsten vorst.
Dit overtreft in uitgestrektheid en grootschen aanleg al
de lusthoven op Bali, maar aan fraaie bouwwerken als
poorten en tempels en fraai beeldhouwwerk is het arm
en Staat het achter bij hetgeen op Bali te vinden is. Het
bestaat voornamelijk uit een groote vijver en een heuvel.
De vijver is door muren omsloten; aan den waterkant
staan eenige grove beeiden, een vorst met twee volge-
lingen X zie de teekening hiernevens X en aan den tegen-
k^h b k w ^^ SWIzu|-m AN len BALI nu nog een AAN
LOMBOK, DAT MET BALI
I V n M i Y » ! DOCH NIET DAAROM WIJD IK HET HIER EENIGE BL AD-
I l W M f J l l z i J D E N , DOCH WE STEKEN STRAAT LOMBOK OVER
I A m M W m I o MDAT AAN DE ANDERE ZIJDE DAARVAN, IN HET
r £ ä A M X £ ^ lW E S T E L I J K DEEL VAN HET EILAND REEDS SEDERT
EEUWEN EEN UITGEBREIDE NEDERZETTING VAN
BAUERS GEVESTIGD IS, WELKE TO T VOOR KORT
¡S E ft^ K Ä a S S lH E E R S C H A P P IJ VOERDE OVER HEEL HET EILAND.
De gebeurtenissen van 1894, de verraderlijke overval der Baliers op onze
troepen, gevolgd door de vernietiging van hun vorstenhuis en van hun over-
heersching, die mag ik wel als genoegzaam bekend veronderstellen. De prent
tegenover blz. 1 brengt ons deze gebeurtenissen weder in herinnering. Deze
toch geeft het gedeelte weer van den prächtigen, door reusachtige boomen
over gestelden oever een groote waterspuwende olifant en verder nog een soort zonne-
wijzer. Naast den vijver verheft zieh een heuvel, waarop de huistempel, die weinig merk-
waardigs oplevert; de hellingen van dezen heuvel zijn in een tiental terrassen herschapen,
waarvan de zijkanten uit opeengestapelde ronde riviersteenen bestaan. Verder^zijn er
nog badplaatsen met kristalhelder water en een klein tempeltje, waarin, in een vijvertje,
eenige reusachtige palingen, waaraan geofferd wordt. Op de terrassen en op de vele
pleinen staan talrijke vruchtboomen en groote bahingins.k=SJ- ^ ‘r« - '
Van de gebouwen is alleen aardig het logeergebouw, dat op de eerste verdieping een
soort veranda heeft, gelegen tusschen twee logeervertrekken. De deuren die tot deze
vertrekjes toegang geven zijn fraai besneden, beschilderd en verguld X i i n daarvan is
afgebeeld op blz. 2 9 X . De kamertjes ontvangen licht door eveneens mooi bewerkte
raampjes die met twee luikjes gesloten kunnen worden.
Niet ver van Narmada ligt nog een lusthof, Lingsar, ook met grooten vijver, die echter
meerendeeis volgegroeid is. Hooge muren met lompe poorten omsluiten er vele pleinen;
hier en daar staan siecht bewerkte beeiden, terwijl alleen de deuren van ¿6 n poort goed
snijwerk vertoonen. Het geheel is erg vervallen en verwaarloosd. Niemand die^ Lombok
bezoekt verzuimt even een kijkje te nemen in de Majora te Tjakra-Negara. Dit maakte
vroeger deel uit van een van de paleizen van de vorsten van Lombok. Onder ons bestuur
werden deze echter met den grond gelijk gemaakt en bjeef alleen de Majora behouden.
Men ziet er een groote rechthoekige vijver met een eilandje in ’t midden, dat met een
dam aan 66n oever verbonden is. Deze dam betreedt men door een aardige poort. Op het
eilandje Staat een open vergaderzaal en daaromheen een aantal minderwaardige beeiden,
paarden, leeuwen, arabieren enz. v o o r s t e l le n d e . iS S R Ä H R S Ä R Ä S Ä B S Ä S S S i
Tijdens mijn eerste verblijf op Lombok maakte ik o.a. een dienstreis mede met den
resident Eschbach. Met een gouvernementsstoomertje „De Zwaluw”, stoomden we het
halve eiland rond en bezochten Sorong Djoe-
koeng en Laboean Tjari aan de noordkust,
Lombok in de Lombokbaai, Sepolong en
Laboean Hadji in Straat Alas. Overal ging
het stroomertje ver van de kust voor anker
en werden we met een sloep aan wal geroeid.
Toen ons stroomertje voor Laboean Tjari
voor anker kwam, werden we door een vloot
van vlerkprauwen omringd. Uit 66n daarvan
stapte het districtshoofd bij ons aan boord.
Deze ging gekleed in een rood fluweelen
buisje en een kort, geheel met goudstiksel
bedekt broekje dat maar juist zijn zitdeelen
bedekte. Ook vele dessahoofden, alle met
mooie sarongs en prächtige hoofddoeken,
zwart met zilver, en kostbare gouden krissen
op den rüg, kwamen hun opwachting maken.
Ondertusschen werden aan wal een menigte
muziekinstrumenten op zulk een woeste wijze
bewerkt, dat, niettegenstaande de groote
afstand, het geluid daarvan tot ons door-
drong. Toen we aan wal stapten was het zoo’n
geraas van koperen slaginstrumenten, dat
eenige honderden vliegende honden dieaande
kaal gevreten takken van een grooten boom
te rüsten hingen, verschrikt opvlogen en met
hun gekrijsch het algemeene tumujt nog hjel-
pen vermeerderen.
In het dorp teekende ik een paalwoning X
zie de teekening hiernevens X. Eigenaardigis
de hooge stoep en de ornamenteering op den
trapboom en de versierde paal waaraan de
leuning bevestigd is. In de Lombok-baai
maakte ik de teekening die op blz. 133 gere-
produceerd is. Er stonden veleschepen even-
als dit op jukken, tusschen palen om ze voor
omslaan te behoeden. Bij laag water kunnen
ze aldus steeds gemakkelijk van onderen
worden schoongemaakt en komen boven-
dien nooit met den ongelijken rotsigen bodem
in aanraking; bij vloed raken de schepen vlot.
Toen werd Sepolong bezocht, een dorpje
geheel alleen door lepralijders bewoond. Ik
zag er keurig nette bamboehuisjes, elk met
een aardig moestuintje. Er woonden eentach-
tig zieken, waaronder een twintigtal vrouwen.
Het bestuur hoopte daar iangzamerhand alle
lepralijders van heel Lombok te vereenigen.
Van hier ging het naar Laboean Hadji, de
voornaamste havenplaats van Oost-Lombok.