2591. 1804. 5—14 Novb. (Verv. no. 890. Plaat LXXXYI,
blz. 520—521.) Op bet overlijden van Elisabeth Bekker, Wed. A.
Wolft. (5 November 1804) en van Agatha Deken (14 November 1804.)
Gesneden door J. G. Holtzhey. (Volgens dc Vries (1884) n° 2762. Z.
24 W. f 12.50.) . (v. Dam n° 3862. Z. f 1 8 .-.) zouden er maar
5 exemplaren geslagen zijn ! ?
Litteratuur.
Sedert het drukken in 1869 van blz. 520—524 van Vervolg Deel X, behelzende
het een en ander over bovengenoemde beroemde schrijfsters,
is er veel over haar in het licht verschenen en reeds vroeger
schreef 1) Ch. B usken H uet, Daags na het feest 20 Decb. 1799.
{Volks-Alm. 1865, blz. 132—149. met plaatje.)
2) Litterarische bladen. Ds. T heod. J orissen, Nederland. (Mei—
Juni 1879, blz. 123-127, over Betje Wolft, en 1880 over Aagje Deken
en B. Wolft.
3) Dr. J an ten Brink, Nog wat nieuwsfan Betjen Wolft. (Nederland
1879, n° 8) als {Vervolg op Nederland,. Nog. 1878.)
4) Dr. J. van Vloten, Elisabeth Wolft, geb. Bekker, Leven en
Karakterbeeld eener groote Nederlandsche Vrouw en Schrijfster. Haarlem
1880.
5) Mr. B. H. J. Gallandat Huet, Van en over Betje Wolft, geb.
présenter à chacun d’eux une de ces Médailles au nom et de la part du Troupeau,
de leur exprimer nos voeux et nos sentiments, solliciter la continuation de -leui'
bienvaillance précieuse et de leur remettre -l'acte présent signé de tous les
Membres et muni des armes de notre Eglise.
Fait en Consistoire le 4 d’Avril 1803.
Le Sueur. Pasteur Emérité.
Van Maanen, Pasteur.
V. I. A. ten Oever, Pasteur.
P. Wïtte, Ancien.
J. van Naersen, Ancien.
J. H. B. Larmes de Boos, Ancien.
J. L . A. Stralendorff, Diacon.
J. G. de Weert, Diacon.
K. Esser, Diacon.
(Sceau conforme l’avers de la médaille.)
Bekker. Haarlem bij W. C. de Graaft. l ste Afl. Juni 1881. f —.50.
Compleet in drie afleveringen. J) (Niet verder verschenen.)
6) Santhorst 2) door Dr. J. H artoö, in de Gids 1882, n° 5, blz.
238—280.
7) De begraafplaats te Scheveningen, door Mr. A. P errenot gesticht.
(In Mr. J an ten Brink, R. M. van Goens. 1869, blz. 62.)
8) Invloed van de Sara Burgerhart op Fransche werken van Mad.
de Charnier als Lettres Neufchatelloises 1784 en Caliste ou Lettres
écrites de Lausanne. 1786.
9) 1880. Plan van een gedenkteeken te Vlissingen als geboorteplaats
van Elizabeth Wolft, geb. Bekker, op te richten. Folio blad.
(Inzending der bijdragen vóór 31 Januari 1881.)
*) Zie Gids 1882, blz. 134—155, door J ohs. Dyserinck te Vlissingen, wien ik
Jan. 1882 iets zond over Elisabet Bekker op verzoek van Ds. M. van Geuns
te Leeuwarden en vroeger ook aan Huet.
2) Zie a) Le Santhorster Geloofsbelijdenis, door Elisabeth W olff—Deken.
— Brieven daarover. (Amsterdam en Hoorn. 1772.
5) C. Sepp, Joh. Stinstra en zijn tijd. II, blz. 26 en volgende.
c) Vervolg op Wagenaar. Deel XLVI, blz. 285, over het Weeshuis de Oranjeappel,
aangehaald. Vervolg X, blz. 522.
d) Het stuk in de Friesche Volksalmanak 1863 is door W. Eekhoff den 17
Novb. 1862 geschreven.
e) In de Gids 1879 (4), blz. 36—37, leest men:
„Het was juist 40 jaren geleden, dat de Letteroefeningen hadden gevraagd of
Jufvrouw Elisabeth niet beter zou doen met de pen neer te leggen en de naald
weder op te vatten. Misschien wist hij, die in den jaargang van 1805 (I, 411
volg.)) haar werk zoo hoogschatte, niet eens wat er in dien van 1765 stond.
En zoo scheidden de Letteroefeningen met dankbare waardering van deze vrouwen,
terwijl zij op hare graven wenschen te schrijven, als eene hulde aan de
waarheid:
Te klein is deze steen
Voor Bekker’s en voor Deken’s Lof,
Wier stof hier rust
Aan deze kust.
Haar geest en lettermin vereend — alsnu het kil gébeent,
Werkt ongestoord — van oord tot oord,
~ Van Land tot Land — van strand tot strand
Waar 't licht der reden gloort — Tot heil der menschheid voort.