1786.
- 2028. 1786 10 Januari. (Verv. n° 635. Plaat LXII, blz. 285—
286.) Gouden bruiloft yan Hendrik Hooft Gerritsz. en S. A. Has-
selaer. Gesneden door J. G. Holtzhey.
Kwam ook voor op de Hist. Tent. van Amst. (1876), blz. 28, n° 441,
met deze aanteekening: Mr. H Hooft Gerritsz. (geb. 1710, overl.
1810) en S. A. Hosseiner (geb. 1717, overl. 1787.) Behoort dus
tot de honderdjarigen.
- 2029. 1786. (Verv. n° 636. Plaat LXIII, blz. 286.) Ter eere
van Prins Willem Y en zijne beide zonen. Gesneden door
Schepp.
2030. 1786. (Verv. n° 637. Plaat LXIII, blz. 286.) Ter eere
van Prinses Wilhelmina en van hare dochter. Gesneden door Schepp.
2031. 1786 17 Maart. (Verv. n° 638. Plaat LXIII, blz. 287—
288.) Op het tegenhouden van het rijtuig van Gedeputeerden vöor
de Stadhouderlijke poort op het Binnenhof. 1)
- 2032. 1786 20 Maart. (Verv. n° 639 A. Plaat LXIII2), blz.
288.) Kz. Inscriptie in acht regels. Op het beëedigen van het Re-
gerings-reglement, op de Neude te Utrecht. (Met ingesneden naam
C. F. Onnen bij Bom (1873), blz. 103, n° 2348 Z.)
-—2033. Als boven. (Verv. n° 639 B.) Inscriptie in negen regels.
- 2034. 1786 April. (Verv. n° 640. Plaat LXIII, blz. 289—291.)
Zilveren bruiloft van Mr. N. Kien en M. Back. Gesneden door de Meijer.
- 2035. 1786 20 April (Verv. n°. 641. Plaat LXIII, blz. 291—'
292.) Het Verbond met Frankrijk plechtig gevierd te Zierikzee. Gesneden
door de Meijer.
- 2036. 1786 24 April. ( Verv. n° 642. Plaat LXIII, blz. 292 -
‘) Gr. P aape, Be Vrijheid of Gevaerts en de Gijselaer. Treurspel, botterdam
bij de Leeuw en Krap. (Zie Dr. J. A. Kronenberg, Een en ander over
Gerrit P aape en zijnen tijd. (Deventer 1886. Juli) ito. Paape’s Geschriften
blz. 61.
2) „Bij het op steen brengen van deze penningen heeft de graveur verzuimd
op de keerzijden van A een Eiken krans en op die van B een Bloemrand te
graveeren. (Bijblad X, p. XIII 105*).” Beter voorzien van omgevingen afgebeeld
A, in Revue (1876), pl. XV, n° 50. (p. 176—178) en B in Revue (1878), pl. 11 n
31, (p. 133), ook met een eiken loofkrans. De eerste met bélière, de tweede
doorboord. (Bloemrand t. a. p. zal wél eikenloofrand moeten zijn.)
293. ) Als boven te Rotterdam. Gesneden door I. van Baerll Adri-
aanszoon.
,—-2037. 1786 31 Mei. (Verv. n° 643. Plaat LXIII, blz. 293—
294. ) Op het 150jarig bestaan der Hoogeschool te Utrecht. *)
2038. 1786 7 Aug. (Verv. n° 644. Plaat LXIII, blz. 295.) Prijs-
penning van het Exercitie-Genootsch ap te Holwert. 2)
2039. 1786. (Verv. n° 645. Plaat LXIY, blz. 295—298.) Schut-
terspenning aan Mr. H. W. D aendels vereerd. 3)
2040. De in Verv. blz. 296—297 in aant. 3 beschreven 20 zilveren
penningen c. a. waren ook op de Tent. van Kunstvoorwerpen in edele
metalen vervaardigd te Amsterdam door de Maatschappij Arti et Ami-
citiae in 1880 gehouden. (Zie blz. 178 n° 857) N° 12 moet aldus
gelezen worden: I(n) T(jaer) O(ns) H(eeren) MYcLV (1555) W(as)
R(egeerend) Vipninck.)
—. 2041. 1786. (Verv. n° 646^ Plaat LXIY, blz. 298—299.) Op
de Staatsonlusten.
2042. 1786. (Verv. n° 647. Plaat LXIY, blz. 299—302.) Ter
eere van Sir James Harris. (Yiscount Malmesbury.) Plenipotentiaris
van Groot-Brittanje.
—- 2043. 1786 23 December. (Verv. n° 648. Plaat LXIY, blz.
302—303.) Ter eere van de Raadsheeren A. en W. Slicher.
2044. 1785. 1786. (Verv. n° 649. Plaat LXIY, blz. 303-304.)
Penning aan Petronella Moens en Adriana van Overstraten, dichteressen
van Ester geschonken.
Over Adriana van Overstraten zie Navorscher XIV, blz. 270, 331,
l) Het Stedelijk Museum te Utrecht bevat een aantal zaken betrekkelijk
deze feestviering. Zie Catalogus n° 1933—1968.
. s) Deze penning 18IS/I366 bij 11. Bloembergen Santée te Leeuwarden is met
diens collectie in 1877/78 overgegaan in die van Mr. A. Looxma Tpey te Rij-
perkerk (Leeuwarden.)
8) Over Daendels zie nog Th. J orissen, De patriotten te Amsterdam in 1794,
Amst. 1874 (passim) en Bjjlage I—IV, alsmede 1 Mendels (geb. te 's Graven-
hage), Herman Willem Daendels vóór zijne benoeming tot Gouverneur-Generaal
van Oost-Indie (1762—1807.) (Inaug. Diss. tot Dr. in de Nederl. Letteren.)
Leiden, Maart 1890. ’s Hage 1890. XVI, 304 blz. Tekst en 210 blz. Bijlagen,
en Lt.-Generaal Knoop in de Tijdspiegel 1891.