1871. 1781 30 Mei. (Verv. n° 559. Plaat Lil, blz. 148—149.)
Felle strijd tusschen twee Nederlandsche en twee Engelsche fregatten
op de hoogte van Kadix. Gesneden door J. G. Holtzhey.
Inhuldiging van Keizer J oseph II in de Oostenrijksche Nederlanden.
(n° 1872—1875.)
1872. (P iot Coins n° 940—941.) (In het Algemeen) Alleen. Kz.
In het veld omgeven door een palm- en olijftak: Vincvlvm-fidelita-
tis-pvblicce - MDCCXXXI (sic) zal moeten zijn MDCCLXXXI. Groot
28 Mm. in parelrand.
,-—1873. (P iot Coins n° 942—943.) Yoor Vlaanderen. Vz. Rechts-
gewend horstbeeld van den Keizer, gelauwerd, gedrapeerd, met
hangende haren door een lint vastgebonden. Omschrift: Joseph.(vs)
I I Avg(vstvs) - Dvx Bvrg(vndm) Com(es) Fla(ndriae.) (Keizer Jozef
I I , hertog van Bourgondie, Graaf van Vlaanderen.) Kz. als Kz. van
den vorigen penning, maar deze slechts 22 Mm. groot. (In parelrand.)
1874. (P iot Coins, n° 940 = 942) voor Henegouwen, doch op
de Vz. op het einde in plaats van Flan —' Hann(onice) (van Henegouwen.)
Groot 22 Mm., in parelrand.
1875. (P iot Coins n° 945-=^947.) Voor Namen. Vz. Borstbeeld
van den Vorst, gelauwerd en met loshangende hairen. Omschrift:
Joseph(vs) II. Avg(vstvs) Com(es) Namvr(ci) Inavg(vratvs). (Jozef II,
Keizer, als Graaf van Kamen ingehuldigd.) Kz. Het wapenschild
van Namen, gedekt met de gravelijke kroon. Omschrift: Vincvlvm
fidelitatis pvblicoez In de afsnede MDCCLXXXI. Groot 34 Mm., in
parelrand.
1876. 1781. (Piot Coins n° 948.) Op de aankomst in en de reis
van Keizer Jozef II door Belgie en Noord-Nederland.
Vz. Rechtsgewend horstbeeld van den Keizer, gelauwerd en ge-
harnasd. Onder den arm Boettiers f.(ecit.) Omschrift: Josephus
I I : d: g: r:(omanorum imp:(erator) s:(emper) aug:(ustus) g:(ermanice)
hier:(olosymce) r:(ex) cor:(consors) reg:(inae.) (Oude stempel van
1764.) (P iot Coins n° 792.)
Kz. (P iot Coins n° 949—950.) Belgie ter aarde geknield met
koomairen in de hand, biedt aan den te paard zittenden en in ro-
meinsch gewaad gedoschten Keizer een muurkroon aan. Links van Belgie
ligt een leeuw. Omschrift: Adventus Augusti. (Komst des Keizers.)
- 1877. 1781. (Verv. n° 560. Plaat LH, blz. 150—151,) Op de
reis van Keizer Jozef door Noord-Nederland. Gesneden door J. van
Baerl. Kz. Nederlandsch opschrift.
- 1878. 1781. Als boven. (Verv. n° 561. Plaat Lil, blz. 151.)
Gesneden door A. van Baerl. Kz. Latijnsch opschrift. ‘)
Penningen ter gelegenheid van den zeeslag op Doggersbank.
(5 Augustus 1181.)
— 1879. (Verv. n° 562. Plaat LUI, blz. 153—154.) Gesneden door
J. G, Holtzhey. Kz. De zeven lauwerkranzen waarin de namen
der zeven bevèlhebbers. 2)
— 1880. Als boven. (Verv. n° 563. Plaat LU I, blz. 155. Vz.
Hoezee! De Brit ruimt zee ! Gesneden door A. van Baerl.
1881. Als boven. (Verv. n° 564A. Plaat LUI, blz. 156.) Door
J. M. Lageman. Vz. Pas komt de vloot in zee.. In de afsnede
5 Aug. 1781.
- 1882. Als boven. (Verv. n° 564 B. PI. LUI, blz. 156, In de
afsnede: 5 Au: 1781.) Eerste slag verbeterd in A ug.
— 1883. 1781 24 Aug. (Verv. n° 565. PI. LUI, blz. 156—158.
Ter eere van JV. J. baron Bentinck, Schout bij Nacht. 8)
*) In Cat. Tent. Zaandam n° 1438, (Inz. J. J. Honig.) Penning op Jozef II,
Keizer van Oostenrijk. Herinnering aan zijn bezoek ten huize van Hendrik
Klinckert en Guurtje Veen, wonende in het huis „de man onder de beer"*) te
Zaandam 13 July 1781.
*.) Zie Nieuwe beschrijving der Walvischvangst en Haringvisschery. (Amst.
1792, I, plaat III, blz. 48 (vis d vis) Ontmoeting met een beer.)
s) In de kerk te Geertruidenbeïg is den 14 Mei 1846 het praalgraf onthuld
van J. A. Zoutman, volgens plan van Dr. B. Glasius aldaar, bij welke gelegenheid
deze eene rede hield. Levensbericht. M. v. Ned. Lettk. 1887, bl. 297.
Ter nagedachtenis van J. A. Zoutman is in Aug. 1887 te ’s Gravenhage, op
de Prinsegracht, in Zoutman's woonhuis n° 75 een gedenksteen geplaatst.
De degen van den Lt.-Adm. Zoutman wordt bewaard in de Zeevaartk. Kweekschool
te. Amsterdam. Een degen met zilver gemonteerd, aangeboden aan den
Lt. P. Hartsinck, voor het overbrengen der tijding van de overwinning op
Doggersbank, benevens de medaille door dezen gedragen. (Cat. Arti, April
1869, n° 846.) was toen bij M. J. Boon Hartsinck te Amsterdam.) Zie ook
Theod. Jorissen, J, A. Zoutman. (Eigen Haard 1884.)
3) Lijkstatie van Bentinck. (28 Aug. 1781.) Cat. Meulman, blz. 156. Cat.
Broers 183/ 573 te,Utrecht, n° 2954—2959, (W. J. G. baron Bentinck.)