Op het overlijden van E. van Staveren, Leeraar der Herv. Gemeente
te ’s Gravenhage.
1706. 1774. ( Verv. n° 496. Plaat XLV, blz. 84—85). Op de
invoering der nieuwe Psalmberijming met fundamentem. Bij Bom,
(1873,) blz. 94, n° 2152 en 2153, beide Z. 12 W.
1707. Ook met fundamentum, bij Bom, t. a. p. n°. 2154, en
iets zwaarder. Z. 12 W. 1)
1708. 1772—1774. Penning op bet schenken van een nieuw
wapenschild aan Amsterdam door graaf Willem in 1342 en de Keizerlijke
Kroon door Keizer Maximiliaan in 1488. ( Van Loon, I,
blz. 254.)
Bovenaan een banderol, vastgebouden door eén gevleugeld engelenkopje.
Op de banderol:
Ter gedagtenis van 3 oVatien tot Kevelaar gedaan door ANNA
CHRISTINA STEENBERGEN van Amsterdam in den jaaren 1772,
1773 en 1774. (Cat. Amst. Tent. 1876, n° 1667. Cat. Jamieson-
Feyens, no. 2780. Met oog en ring. Z. 143 W. De Vries (1884)
n° 240. Z. 144 W .-f82f^i ook als draagpenning. Aldaar (te verbeteren
oRatien in oVatien) vindt men met deze aanteekening: „Het begiftig
e n van het stadswapen met de keizerlijke kroon geschiedde niet
„alleen om de verleende hulp bij bet dwingen van Rotterdam en
„-Woerden, maar ook in dank voor de verworven genezing van den
„Roomscb-Koning Maximiliaan, tengevolge van gedane bedevaart naar
„de Heilige Stede en bet Amsterdamsch mirakel.” 2) Hieraan is ook
de religieuse wijding toe te schrijven, die aan het feit èn aan dezen
penning is toevertrouwd.
M E. Benninck Janssonius , Geschiedenis van het Kerkgezang hij de Hervormden
in Nederland. 2de druk, 1863, blz. 25, 43, 305—307.
Handelingen der Algemeene Synode der Ned. Herv. Kerk. 1870, blz. 180—193
en de aldaar aangebaalde werken.
J. Hartog, Spectatoriale Geschriften, blz. 264—265, en onder deze in Ge Denker
Amst. 1764—75. 12 deelen, in de stukjes: „Onbetamelijkheid van critiques te
maken op de nieuwe vérwagt wordende Psalmen” — en „Middelen om ons
Kerkgezang te verbeteren.”
Bayle, Hictionnaire historique et critique [in nomine Marot.)
2) (L. Marcus). Amsteldams eer en opcomen door de mirakelen. (Amst. 1689,
met platen van Bote van Bolsward.) Zie Navorscher II, 88. III, 83—85. Bijblad
LXXX—LXXXI).
1709. 1774. Op het verblijf van den aartshertog Maximiliaan
in de Nederlanden. (Achtkant.)
Vz. Borstbeeld van den Gouverneur-Generaal, geharnasd met den
kruisbalsband, gedekt met den mantel van de Teutoniscbe orde met
kruis; de baren in knoop en loshangende; daaronder I. H(arrewijn).
Omschrift: Car. Alex. Loth, dux belg. praef.(ectus.)
Kz. In het veld: Maximiliano - Austriaco - Belgicas - provincial -
perlustrante. In de afsnede MDCCLXXIV.
P iot Coins. n° 910-S919. ,Gr. 35 Mm.
1710. 1774. Huwelijkspenning. (Proef in lood ?) Bij deJonghe
n° 2875. Gegraveerd door van Berckel.
Vz. De huwelijksgenius voor een altaar. Omschrift: Amore
coelesti ardentes. (Brandende door bemelscbe liefde.)
Kz. Twee door een bloemen guirlande aan elkander gebonden
wapenschilden, gedragen door wolken.
Omschrift: Florète, Crescite, Jubilate. (Bloei, groei, juich.) T. van
Berckel, (fecit.),.
1711. 1774 28 April. Op bet veertigjarig huwelijk van P.
Muilman en M. Chiswell.
Voorzijde: De beeldtenissen der jubilarissen, accolés, bnks gewend
; de man met krulparuik en haarvlecht. Opmerkelijk is bij de
vrouw „le menton qui fuit", waardoor de neus zeer vooruitsteekt.
Omschrift op twee regels:
LIVING IN LAW FUL WEDLOCK 40 YEARS
PET. MUILMAN A. 68. MARY CHISWELL A. 67.
Onder de bustes: T. Pingo f.(ecit. 1)
Keerzijde. De afbeelding van (blijkens het bovenschrift) Kirby
Hall 2), beschenen door de zon.
Links daarvan een steile heuvel, op welks top een tempel,
dragende op zijn koepeldak de faam. Voorafgegaan door Hymen
met een brandende fakkel, gaan de jubelarissen het derwaart voerende
kronkelend pad op.
In de afsnede het wapenschildje van Muilman 3) (van lazuur
‘) Ihomas Pingo was stempelsnijder in Londen (1744—1774).
Kirby Hall in Engeland.
) (Vergelijk Vervolg van Loon, n^ 808 plaat XXX, blz. 421.