beelden van Hooft en van van Goudoever. Boven het monument een
kindje , hondende in de rechterhand een boek en in de linkerhand
het wapenschild van Amsterdam. Vergelijk pl. LXVI D. Z. 58 W.
Bij Jamieson-Feyens n° 3037.
2115. (Bij Bom, 1885, n° 158.) Een zilveren monumentale voorstelling
der Vrijheid, Gelijkheid en van den Keeshond. In verguld
koperen lijstje achter horenglas verborgen 1), komt verwarmd zijnde
te voorschijn.
V e r s c h i l l e n d e d r a a g t e e k en s.
2116. Plaat LXIV, a. blz. 316.
2117. „ b. „ p
2118. i „ c. „ (Coll. Dirks.)
2119. „ „ d. „ 316.
2120. „ _ , e. „
2 1 2 1 . „ t f . r 7i
2 1 2 2 . „ „ g. „
2123. „ LXVI, h. i %
2124. ' mi „ i. „ B17.
2125. „ , k. „ „
2126. Blz. 317 (2) lees (1) beschreven.
2127. „ 317 (2).
2128. A 317 (3) a—d
2129. Verv. n° 679. Plaat LXVI, blz. 319. Het hollend paard.
litteratuur.
" a) In den Cat. Meulemans (April 1869) zijn onder n° 378, 381, 382, de blz.
318 onder n° 98, 103, 104 (*), 111, 149, 151, 152 aangeduide No’s te vinden.
Aid. (3) aan te vullen met
6) Levensbeschrijving van Coknelis van Oeveren, Wagenmaker, daarna Hellebardier
te Botterdam. Aldaar Z. j. (Cat. Hurau, 1872 n° 88.)
c) P. Vreede, lierzang ter eere van den Wel Fd. Gestr. Heer Hendrik Hoofd
Danielsz., Burgemeester van Amsterdam. (In de Politieke Kruijer, I n° 23,
blz. 278.)
d) He Keezen of patriotten partij in 1787, door Fred. Muller. (Eigen Haard
1878, (III), blz. 105—107 met vignet.)
(*) N° 104 te verbeteren laatste regel: Als Kees staat neergesteld.
') Zie Navorscher 1890. Geheimzinnige portretten, blz. 35, 355, 595—596,
mededeelingen van den schrijver, van H. J. S. te H. en E. Pu. Erfmann te
Rotterdam.
e) Spotprent op Burg. H. Hooft Dz., geknield voor den Prins liggende. Cat.
Cat. Meulmans n° 373. Tent. Amst. 1876 n° 4789 (F. Muller.)
f. Levens- en karakterschets van Mr. Joachim Bendorp, Vrijheer van Mar-
quette. Academisch Proefschrift van mr. S. Backer. 1850.
2130. 1787. ( Verv. n° 758. Plaat LXXIII, Deel X , blz. 379—
380.) Gestempeld eenzijdig.
2131. 1787. (Verv. nó 759. Plaat LXXIII, Dl. X. blz.380.) Borstbeeld
van H. Hooft Dz. (Bij de Groot n° 1728. Z. 18 W.) Kz. Beschouw
hier Batavier, het Beeld van Grysen Hooft. enz. J. Schulman
XVII, n° 92. Z. f L g f c
2132. 1787. (Verv. n° 760. Plaat LXXIII, Dl. X, blz. 380.) Borst-
plaatje van H. Hooft Dz.
2133. 1787. (Verv. n° 761. Plaat LXXIII, blz. 380—381.) Keeshond.
D’ Hoop overwint mein (sic) leed. A. H anen.
2134. 1787. Keeshond. In hoop en verwagting, blz. 381 (1).
2135. 1787. Keeshond. Fidéle d 'ma patrie, blz.. 381 (1).
' 2136. 1787. (Verv. 762. Plaat LXXIII, blz. 381.) Keeshond.
Niet hijte voor zijn Tijd.
2137. 1787. Eenzijdig. Ovaal klein. Keeshond aan een keten
gelegd; daaronder: IK RUST. Zilver. 2) (Coll D irks.)
2138. 1787. Dubbeltje van West-Friesland. Kz. Gegraveerd:
de Keeshond, daarachter de lans met den vrijheidshoed en op een
lin t: Getrouiv tot in den dood. Achter den hond een omkransde
degen. Bij Bom (1873,) blz. 104. n° 2395. Z. 25 W.
2139. 1787. Verv. Plaat LXVII, 680, blz. 329—330. Eere-
prijs van het Wapengenootschap te Alkmaar.
2140. 1787. (Verv. Plaat LXVII, 681, blz. 330’.) Het onderzoeken
der Geldersche munt onder den muntmeester M. H. L ohse.
De stempel, zegt W. J. de V oogt, Gelderland, blz. 75, was gesneden
door den hoogbejaarden T. J. Walter. De opening der eerste
muntbus had plaats op 19 Maart 1787.
*) Tabaksdoos. Keeshond zijne jongen zogende, op het deksel afgebeeld.
Onderschrift: Hit geslacht sterft nooyt uit. Draagp. Speer, Keeshond en Haan.
Ik bemin de Vryheid. Stricker I no. 4653. Z. f 5 —.