
 
		Daarop  gegraveerd : 
 Doen  Tabacks  plant  op  
 komst  van  Huysens  borgers  was  
 trof  ik  als  Generaal  de  
 kleyne  scheyf  van  pas 
 H.  Heubers  D:  teunesen 
 Koning  Eg  te  Liede 
 Daaronder  een  bloeijende  tabaksplant  en  onder  deze 
 1782. 
 (Collectie  D irks.)  Uitgekipt  uit  een  aantal andere Scbuttersscbilden  
 van  de  stad  Huissen,  om  de  historische  waarde  voor  de  invoering  
 der  tabakscultuur  in  Hnissen.  (Zie  ook  op  het  jaar  1807.) 
 1922.  1782.  Loodje,  groot  25  Mm.  Suyder  zeese  vuurbakens.  
 Drie  brandende  bakens  en  een  lichttoren.  Kz.  In  Holl:(and)  en  
 West-V:L:  1782.  De  leeuw  en  daar  tusschen  ingeslagen  I.  B. 
 1783. 
 1923.  1783.  (Verv.  n°  583.  Plaat  LYI,  blz.  190—.191.  Draag-  
 penningje  ter  eere  van  Mr.  P.  van  Berckel. 
 1924.  1782-|l783.  Plaat  LIY,  B.  F.  Gr.,  blz. 191^192.  Papie-  
 rengeld  aan  de  Kaap  de  Goede  Hoop  in  omloop. 
 ~'-1925.  1783.  (Verv.  n°  584.  Plaat  LYI,  blz.  193=4-197.)  Penningen  
 met  Hollandsche  omschriften. 
 a)  Op  het  blokkeren  van  Gibraltar,  *) 
 b)  Op  het  zinken  van  het  Admiraalschip  Royal George.  2)  (Kleine 
 ')  Zie  Ign.  Lopez  de  Ayala,  Historia  di  Gibraltar.  4to.  Madrirl  1782,  
 waarin  een  36tal  belangrijke  stukken  betrekkelijk  Gibraltar  zijn  afgedrukt  en  
 ook  platen  en  portretten  opgenomen.  (M. Nijhoff,  Bibl.  II,  no.  777  ƒ2.50.) 
 *1  The  Boy al  George.  (The  Illustrated  London  News  Sep tb.  2  (1882,)  p,  242.) 
 Thursday  Aug.  29  1882  was  the  hundersth  anniversary  of the  lossatSpithead  
 of  the  108  gun  ship  Boyal  George  flying  the  flag  of  the  Rear  Admiral  Kem-  
 penfeldt.  Gowper  writes  in  his  Toll  for  the  Brave  (Plangimur  fortes  Periere  
 fortes.) 
 A  land  breaze  shook  the  shrouds  
 And  she  was  overset; 
 Down  went  the  Rojal  George  
 With  all  her  crew  complete. 
 variatiën  in  den  stempel.)  Kz.  ROYAL.  Zie  blz.  195  (1). Renesse  
 n°  29011.  Bom,  1873,  blz.  100,  n°  2287.  De  Roye  n°  3313.  Kvz.  
 f   —.50. 
 1926.  Penning  op  de  verdediging  van  Gibraltar  door  Generaal  
 Elliot.  Tin,  gr.  31  Mm.  van  P.  Smidt  v.  Gelder.  Vz.  Borstbeeld  
 rechts  gewend,  in  uniform  met  steek,  omhangen met lint en penning.  
 Op  den  geknotten  arm  Reich,  (stempelsnijderinFü rth ,  1758-  -1814.)  
 Omschrift:  E lliot  an  Martis  socius ?  non,  ipse  Jupiter  est.  (Is 
 E lliot  den  gezel  van  Mars?  (den  krijgsgod,  zoon  van Jupiter) Neen!  
 hij  is  Jupiter  zelf.) 
 Kz.  Gibraltar  beschoten.  In  de  afsnede  MD.CCLXXXIII.  Bovenaan  
 :  Victrix  in  flammis  victrix  Gibraltar  in  vndis.  (Gibraltar overwinnares  
 in  de  vlammen  (het  bombardement)  en  in  de wateren (zee).  
 Bij  de  Roye  n°  3314.  Tin.  / B 20.  J) 
 ^-1927.  1783  23—24  Februari.  (Verv.  -n°  585.  Plaat  LVI,  blz. 
 196—198.)  Eeuwfeest  van  het  Diaconie  Oude  Vrouwen-  en  Mannenhuis  
 te  Amsterdam.  Bij  de  Vries  (1884)  n°  2326.  Z.  13  W.  
 ƒ1.50  Gesneden  door  J.  M.  Logeman. 
 The  poet  estimates-the  loss  of  life  at  „twice  four  hundred  men”  („Bis quater  
 centum”)  Haydn  Dictionnary  of  Dates  says  that  Admiral  Kempenfeldt,  the  
 crew,  many  marines-women  and  Jews,  in  all  about  600  persons  were drowned.  
 Gowper  says  that  it  was  the  land  breeze  „shaking  the  shrouds”  that  did  the  
 mischief.  1 
 Haydn  says  that  the  catastrophe  was  due  to  the  guns  rolling  to, oneside ;  
 while  in  Chambers  Booh  of Days  it  is  hinted  that  the  disaster  was  caused  by  
 the  abnormally  periculous  position  in  which  the  ship  was  placed.  She  had  
 been  Jieeled  over"  in  order  to  allow  certain  repairs  to  be  executed  on  her keel  
 So  having  shifted  her  centre  of gravity,  she  capsized. 
 Meanwhile  the  commemoration  of  the  dreadful  catastrophe  of  Aug.  29  
 1782  wil  probably  lead  to  a  practicably  beneficient  result.  Many  of  the  bodies  
 washed  ashore  after  the  wreck  were  buried  in  the  old  churchyard  Portsen  
 {St.  Mary,  Kingston)  but  the  stones  erected  to  their  memory  have  fallen  into  
 decay,  the  church  tower  is  painfully  dilapidated  etc.  So  the  vicar Of  Portsen  
 has  issued  an  appeal  to  the  public  for  funds  wherewith  to  repair  the  tower,  
 add  a  transept  and  choirs  to  the  church  and  place  the  churchyard  in  good  
 order.  The  vicar  strengthens  his  appeal  by  the  reminder  that  it  is  not  only  
 naval  men  who  should  feel  interested  in  the  old  church  of Portsen,  Charles  
 Dickens  was  christened  there  in  1812,  etc.  etc. 
 i)  Afbeeldingen  van  het  beschieten.  (Cat.  Broers,  te  Utrecht.  1873.