Voorzijde: Echtelingen. De man in dankbare met het oog ten
hemel geslagen houding en de vrouw een offerschaal plengende op
een altaar, waarop in een krans het cijfer 25, en op het onderstuk
twee vereende, op loofwerk geplaatste, brandende harten zijn
gebeiteld. Tegen het altaar leunen een Mercuriusstaf en een hoorn
van overvloed. Achter of schuins van het in antieke kleedins1 ö'e-
T i l .. O O doschte paar een ooijevaar en anker. (Liefde en Hoop.)
In het verschiet een molen. De stapels in kruisband gestrikte bundels,
langwerpig vierkant, wijzen op een papiermolen.
In de afsnede : Met waare Een hemellicht bestraalt
dankbaarheid. een en ander.
Lageman f(ecit.)
Keerzijde. Onder een met loof vereenigde Mercuriusstaf (gestempeld)
: T er gedagtenis / der / vijf en twintigjarigen / trouwdag
/ van / PIETER VAN DER BIET / en MARTA AGATÏÏA /
VAN / YSSUM / den 26 April / 1794 / in / Amsterdam.
2413. 1794. Als boven van Ii. D. Crommdin en M. E. Noortioijck.
Cat. Hist. Tent. Amst. (1876), n°3842. Z. Bij G.A.Heineken. (Stedelijk
Museum te Amsterdam.)
2414. 1794. Gouden bruiloft van Jan Harlgers Asschenbergh en
Geertruyda Verwit (te Amsterdam). Door J. G. Holtzhey. Bij
Posthumus n° 1385. Z. 24 W. Bom, (Decb. 1874), n° 3500. Cat.
Hist. Tent. Amst. (1876) n° 3843. (Zie ook op 1769, n° 1560, 25jarig
huwelijk.)
2415. 1794. Op het overlijden van Pater Joannes de Kierde.
Cat. Hist. Tent. Amst. (1876) n° 3902. Z. (N. Hoorneman.)
— 116. 1794. Ie r Gedagtenis van den Eerwaarden Heer A nthonius
Brakenhoff, Boomsch Priester en Kapettaan in de kerk de Zaaijer in
Amsterdam. Overheden 15 Dec. 1794. (Esdré n° 184. Z. f 4.50.
Tweede Lijst n° 401. Völcker n° 1820. Z. 42.5 W. ƒ10.—.
(Fort rare , si non unique. Inédite.)
2417. Inv. ’s Bosch 1794. v. Zuilen, blz. 1927. Brands, f 282-1-4.
ƒ 815 - 17 - 10. ƒ.501- 18- : ƒ 589 - 4 - : Spuiten, blz. 1935,
f 147-19 — 8.
1795.
-"-2418. 1795 19 Januari. Omwenteling te Amsterdam — 1795 4
Maart. Planten van den grooten *) vrijheidsboom aldaar. (Verv.
n° 829. Plaat LXXIX, blz. 447—448.) Gesneden door Lageman.
2)
2419. 1795. (Verv. n° 830. Plaat LXXIX, blz. 449.) Herinnering
der Omwenteling van 1795.
2420. Bij Jamieson-Feyens n° 3039. Kleiner knoopplaatje, waarop
de Hollandsche Maagd zittende.
,-2421. Als boven. (Verv. n° 831 als knoop bij P. Smidt van
Gelder n° 4184. Salm n° 3010. 23 W. Overigens stempelfiguur als
de 1ji gulden. Nav. IX, (1859) blz. 1.)
2422. Als boven (Verv. n° 832 aldaar.)
2423. De Leeuw in de Holl. tuin. Kz. Vrijheid 1795. Revue
(1876), pl. XV, n° 53, p. 179.
2424. Zilveren spotplaatje. Vrijheidsboom, gedekt met de Jaco-
bijnermuts en banderol: daarnevens links een haan (Gallische) , die
deze voorstelling den rug toedraait en rechts een gebroken doopvont.
2425. Middelburg. (?) Insigne der Patriotten. Vrijheidsboom, waarbij
een haan en de burgt van Middelburg. (?) J. Schulman XIX, no. 472.
Mm. 27/2l). K. ƒ 2.50. (Waarschijnlijk dezelfde als n° 2424.)
2426. 1795. (Verv. pl. LXXIX A, blz. 448.) Allegorie door Fran-
sche hulp. 19 January 1795.
ï) pene andere vrijheidsboom stond op het Burgerplein (herdoopt Koningsplein)
Een tweede groote vrijheidsboom met geschilderde blidden (bladen) verrees
26 Pehr. 1795 op den Dam.
s) Cat. Kon. Oudh. Gen. te Amsterdam. 1877.
No. 68. De vrijheidsboom voor het Stadhuis te Amsterdam. 19 Jan 1795.
Gekleurde gravure met „Zang voor alle waare Vaderlanders.”
No. 69. Vreugdelied big het planten van den vrijheidsboom (19 Jan. 1795); in
plano met gekleurd vignet.
No. 70. Takje van den denneboom die den 19 Jan. 1795 als vrijheidsboom op
den Dam werd geplaatst. (D. C. Meter Jr.)
No. 74. Vreugdefeest ter inwijding van den Vrijheidsboom in Amsterdam,
4 Maart 1795. Gekleurde gravure door H. Numan. (Zie ook aldaar no. 71—73).